Koperen Passer Tienen

Club V-9

Groep Hof ter Rode



Pierre

 

 

WE WILDEN TIENEN, MAAR HET WERD LUIK…

Verslag Luik (17 november 2017)

Met 21 zouden we zijn, maar Herman moest onverwacht en tot veler verrassing forfait geven. Dus stonden daar 20 vrolijke Passers (of wat had je gedacht!) op perron 4 en niet den 3 zoals de NMBS ons had voorgelicht. En ik dacht daarbij onwillekeurig aan het versje dat onze Victor, bij gelegenheid een verdienstelijk poëet, mij toestuurde: “In een klein stationnetje, ’s morgens in de vroegte, staan de koperen passertjes, netjes op een rij, ‘k zie daar onze piiire (lees ie) met al zijn papiere, hakke hakke tsjoek, tsjoek, weg zijn wij!” Mooi, toch! Na wat heen-en-weergezeul, een stationschef uit Landen met dienst in Tienen, wel van goede wil maar nu al boos en op “weerwraak” belust na de nog maar pas goedgekeurde “Minimumdienstverlening van de spoorwegen”, stuurde ons van hier naar ginder en terug en nog eens naar ginder om toch maar op de juiste hoogte te staan van  rijtuig 6 met daarin de ons voorbehouden plaatsen. Ondanks de onvermijdelijke vertraging en de gewone hoeveelheid decibels in “onze eigen trein”, geraakten we toch nog vlot in Guillemins. Iedereen keek er gespannen naar uit om in 2030 weer 20 jaar jong te zijn! Die senioren toch! Een ietwat overijverige bediende wilde ons pas om 11.15 uur aan dat avontuur laten beginnen, maar die kende onze Etienne nog niet! Effe een telefoontje plegen in zijn paasbeste Frans en van een vriendelijke madam mochten we binnen… als het ons goed uitkwam! Zelfs aan een telefoon blijft hij dus onweerstaanbaar en…  let wel: ook zonder grensoverschrijdend gedrag!!!

In Luik Guillemins de expo dus: “Ik zal 20 jaar oud zijn in 2030”. Na de hoognodige urinaire werkzaamheden -eentje probeerde het zelfs om niet te moeten betalen!- met de roltrap onze toekomst tegemoet! Deze expo kadert in de 200ste verjaardag van de universiteit van Luik (25 september 1817) en is een knipoog naar de vorige: “Ik was 20 in 14”. 750 000 bezoekers zorgden toen voor een gigantisch succes en wij waren er toen ook al bij (22 mei 2015). De rode draad doorheen het parcours van deze tentoonstelling is ‘de mens van de toekomst’.

“Wat staat er ons nog te wachten? Hoe zal de mens geboren worden? Waar en hoe zal hij wonen? Welke evoluties kunnen nog op het vlak van de geneeskunde? Hoe zullen we moeten omgaan met voeding in het licht van de overbevolking? Hoe zit het met de mobiliteit, de ruimtelijke ordening? Onsterfelijkheid, kan dat? Welke nieuwe ziektes zullen nog de kop opsteken? En is er leven op de planeet Mars dan écht mogelijk? (Uit een folder)

Op deze en nog vele andere vragen wil deze tento een verhelderend antwoord brengen, daar in dat Calatrava-wonder terwijl de TGV-treinen aan- en afgleden. Ikzelf, al geen wetenschapsmens, werd een beetje duizelig van de stortvloed aan informatie in grote decors, waaraan geen eind scheen te komen, met behulp van voorwerpen, uitstalramen, verklarende teksten en films, tot zelfs 3D-voorstellingen van de hersenen of een gigantisch mensenhart! Of hadden jullie al gehoord van “aquaponics” en “hydroponics” en nog zoveel meer wetenschappelijk chinees? Ikke niet!!! Om mijzelf (en misschien ook iemand onder jullie) een beetje inzicht te verschaffen in dit ‘avontuur van de toekomst’ en het “verloop” van de tento (de audiogids bracht mij ook al niet veel soelaas!), ben ik een beetje gaan “googelen” om de verschillende afdelingen enigszins te kunnen “plaatsen”! Met het volgende resultaat!

De machine”: Wie zijn wij? Waar gaan we naartoe? Een reusachtige robot die omringd wordt door personages (waartussen ook wij ons symbolisch bevinden)  die tegengestelde houdingen aannemen, verplicht de bezoeker zichzelf in vraag te stellen. Zal de mens zijn vrijheid behouden of zal hij door de machines en de kunstmatige intelligentie verpletterd worden?

“De hersenen”: Het brein vormt de kern van het menselijk vernuft. De bezoeker wandelt door een 3D-voorstelling van de hersenen en ontdekt aan de hand van een film hoe complex dit orgaan wel niet is. Zonder de hersenen zou de wereld niet ontdekt kunnen worden en zouden wetenschap en techniek geen stappen vooruit zetten. Door middel van enkele van de oudste schedels (5 miljoen jaar oud!) zal de bezoeker de “uitvindingen” leren kennen die onze voorvaderen uit de prehistorische tijd gedaan hebben en zal hij zijn ontdekkingstocht beëindigen aan de hand van dit droombeeld of deze -reeds?- werkelijkheid: de verbeterde hersenen.

“De uitvindingen”: Deze ruimte is gewijd aan enkele belangrijke uitvindingen die de wereld veranderd hebben, alsook hun respectievelijke uitvinders. De GPS, de elektrische wagen, plastic, internet en boekdrukkunst zijn het resultaat van evoluties die voortvloeien uit erg oude uitvindingen. Da Vinci, Mercator, Baekeland, Otlet, Gutenberg, Curie: allemaal mannen en vrouwen die in hun tijd de toekomst hebben uitgevonden.

“De woonomgeving”: Hier stapt de bezoeker het huis van morgen binnen. Het zal nog meer aan de behoeften van de mens beantwoorden. In de toekomst zal  domotica wellicht een fundamentele rol spelen. Aan de hand van een aantal objecten ontdekt de bezoeker hoe de connectiviteit , de virtuele werkelijkheid en de robots ons dagelijks leven zullen veranderen.

“De voeding”: In het licht van de overbevolking en het risico op voedselcrisissen is de digitale revolutie volop bezig en ook de landbouwproductie zal erdoor beïnvloed worden. De ruimte toont de voedingsmiddelen die op ons bord van morgen zullen liggen -insecten, wier, kweekvlees- alsook de nieuwe landbouwproductiemiddelen zoals aquaponics en hyrdoponics.

“De weg”: Hoe zal het in de toekomst met de mobiliteit zitten? De bezoeker slaat een fotovoltaïsche route in waarop hij futuristische voertuigen zal tegenkomen: een autonome/geconnecteerde wagen, een wagen op brandstofcellen, de eerste wagen die kan vliegen. In deze ruimte heeft de bezoeker een afspraak met de grote uitdagingen die eraan zitten te komen: mobiliteit, vervuiling, architectuur… Hij zal kennismaken met suborbitale vluchten, treinen die door buizen rijden om Parijs en Marseille in een dertigtal minuten met elkaar te verbinden.

“De stad”: De stad van morgen zal een slimme en geconnecteerde stad zijn. Deze ruimte geeft de ruimtelijke ordening weer: stedelijke landbouw, nieuwe architectuur, milieubescherming, afval- en, waterbeheer.

“De ruimte”: De bezoeker reist aan boord van een futuristisch ruimtestation. Een decor is gewijd aan Mars, waarbij Marsstenen voorgesteld worden alsook de ExoMars, die onder andere bedoeld is om vast te stellen of er leven is op Mars, of ooit geweest is. Andere thema’s zoals ruimtetoerisme, exoplaneten of buitenaards leven worden ook aangehaald. Een ruimte die aantoont hoe Luik een bijzondere plaats inneemt dankzij zijn park dat bezaaid is met ruimtevaartbedrijven en het hoogstaand universitair onderzoek.

“De geneeskunde”: Die zal ook beïnvloed worden door de digitale revolutie. Dankzij hyperconnectiviteit en nieuwe kledij zullen patiënten nog beter geïnformeerd worden over hun gezondheid. De thema’s die aangekaart worden in deze ruimte gaan over de manipulatie van het menselijk genoom, protheses, orgaandonatie, zelfdiagnose, telegeneeskunde, de ziekenhuiskamer van de toekomst. De bezoeker zal het skelet ontdekken van “le géant Constantin”, die 2m59 groot werd en in 1902 in Bergen stierf. Het was aan de ULg dat in 2014 de genetische afwijking ontdekt werd die aan de basis ligt van deze reuzengroei.

“Het hart, kern van ons bewustzijn”: Dit decor wordt gevormd door een gigantisch hart in 3D. Uiteraard is het slechts een spier, maar de mens heeft het omgetoverd tot de kern van onze diepste emoties. De talrijke wetenschappelijke voortgangen zullen veel ethische vragen teweegbrengen waarover de mens zal moeten nadenken. Zullen wij de dag van morgen nog volledig menselijk zijn? Eugenetica, robotica en kunstmatige intelligentie zullen onze levens ingrijpend wijzigen.

“Verlangen naar onsterfelijkheid”: Deze ruimte is gewijd aan één van de grote levensvragen: de dood. De eindigheid is iets wat de mens al altijd heeft verontrust. Zal het transhumanisme ervoor zorgen dat onze dromen over onsterfelijkheid werkelijkheid worden? Wat zou er gebeuren als we morgen allemaal onsterfelijk zijn? Staan wij aan de vooravond van de dood van de Dood?

Zo, bedankt, Mr Google, want met deze inschatting van de verschillende ruimtes kan ik de massa opgedane indrukken en informatie die tijdens en na het bezoek in mijn hoofd rondtolden, een beetje plaatsen en duiden. 2030 is een datum die relatief dichtbij ligt (13 jaar!). Wij maakten kennis met heel wat wetenschappelijke ontwikkelingen die momenteel al in een eerste fase zitten en die beetje bij beetje deel zullen beginnen uitmaken van ons dagelijks leven. Andere ontwikkelingen liggen nog wat verder in de toekomst: zij zullen het leven van onze kinderen en kleinkinderen nieuwe vormen bijbrengen.

Oef! Mag ik dit bezoek “spectaculair” noemen? Tijd dan om, via dezelfde roltrap van daarstraks, naar de prozaïsche werkelijkheid af te dalen, de “troepen” te verzamelen, de uitgang op te zoeken en ons te begeven naar meer realistischer oorden zoals daar zijn: de “Concordia” in de rue Guillemins. Daar had onze voorzitter weer voor een hoogstaand culinair gebeuren gezorgd, gaande van aperitief tot koffie, met daartussen de kaaskroketten, héérlijke filet américain (massaal vertegenwoordigd!) met frietjes en daarna nog ijsroom in duet. Karaffen wijn werden zonder verpinken aangedragen en … geledigd; en voor wie het lustte, was ook een biertje voorradig (santé, Yves!)! Eens te meer weer tevreden geknor op alle stoelen! Waarvoor dank aan onze Jean!

Tijd dan om de stramme leden weer even te strekken met een korte, maar pittige wandeling naar het prachtige “Parc de la Boverie”, want daar wachtte Indonesië! Een fraai staaltje architectuur: die “Passerelle La Belle Liégeoise”, een hangbrug van net geen 300 meter over de Maas (de Gete lachten sommigen, de Velpe schatte een andere!), enkel en alleen bedoeld voor fietsers en voetgangers,  verbindt de wijk Guillemins met het Boveriepark in de wijk Outremeuse. In het park -momenteel schitterend in herfsttooi- liet de stad Luik het vroegere paleis van de Wereldtentoonstelling uit 1905 verbouwen tot een prachtig museum met naast zijn vaste collectie werken van wereldvermaarde kunstenaars -meer dan 5 000- en graveer- en tekenkunst -meer dan 40 000-, ook heel wat wisselende tentoonstellingen, alles in nauwe samenwerking met het Franse Louvre. Voorbij de bekende “Vogelkooi” belanden we in Indonesië, waar Jos Vandenbroeck ons met zwier, humor en vooral… gedegen kennis zal begeleiden door een van de “Koninkrijken van de Zee: Indonesia”.

Een korte inleiding van Jos leerde ons dat de republiek Indonesië in hartje Azië ligt, ten zuiden van China en ten oosten van India, en met meer dan 14 572 eilanden (over het juiste aantal bestaat discussie!) een oppervlakte beslaat die gelijk is aan het grondgebied van de Europese Unie. Met een bevolking van meer dan 260 miljoen inwoners is het qua inwonersaantal het op drie na grootste land ter wereld en tevens een land met de grootste moslimbevolking, hoewel de islam er geen staatsreligie is. De meest bekende (en grootste) eilanden zijn Java, Sumatra, Borneo, Nieuw-Guinea en de Molukken. Jakarta op het eiland Java is de hoofdstad en tevens de grootste stad.
De tentoonstelling zelf, één van de drie grote in ons land waarvan nog twee in Brussel, is opgebouwd rond de nauwe band tussen Indonesië en de zee, sinds jaar en dag een van de belangrijkste knooppunten van de wereldhandel. Hier meerden de Austronesische schepen aan, de Arabische dhows, de Chinese jonken, de Iberische karvelen en de zeilschepen van de Oost-Indische Compagnie vóór de containerschepen en olietankers van vandaag. Wie, met de hulp van de moessonwinden die van dit knooppunt een verplichte halte maakten, de smalle zeestraten tussen de eilanden controleert, beheerst ook de zeehandel. In het spoor daarvan vindt een boeiende uitwisseling plaats van goederen, mensen, ideeën en religies. Bovendien konden de eilanden zelf ook goud, kostbare tropische houtsoorten, edelstenen en vooral specerijen -peper, muskaatnoot en dergelijke- uitvoeren. Die waren overal erg gegeerd en dus “peperduur”!

Onze ontmoeting met Indonesia zou dus een wandelende geschiedenisles worden onder de vakkundige leiding van “professor” Vandenbroeck en geïllustreerd met meer dan 250 belangrijke kunstwerken, waarvan sommige voor het eerst Indonesië verlieten dankzij het Nationaal Museum in Jakarta!

In het spoor van parels en stoffen uit India kregen in de eerste eeuwen na Christus ook hindoeïsme en boeddhisme vaste voet aan de grond. Oogstrelende getuigen daarvan waren de minutieus bewerkte halssnoeren, prehistorische parels en gouden koningstooien, maar indrukwekkender nog de stenen, zilveren of bronzen Boeddhabeelden. Opvallend ook dat ene, erg grote stenen beeld van de gelukbrengende hindoegod met de olifantenkop.

Via commerciële contacten met de moslimbeschaving in latere eeuwen bereikte ook de islam de eilandengroep, zonder echter de bestaande culturen te verdringen. Merkwaardig trouwens in het hele verhaal van onze gids, dat dit land niets van zijn veelzijdig verleden verzaakte, maar altijd wist te verenigen.

Vanaf de 16de eeuw doken ook Europese schepen op: eerst Portugese en Spaanse, daarna Nederlandse. Die laatsten zouden drie eeuwen lang de specerijenhandel overnemen en het gebied koloniseren. Op een Portugese stenen pilaar staat een handelsverdrag gegraveerd met een Javaanse heerser!

Afgewerkte producten worden geïmporteerd: fijn glaswerk uit het Midden-Oosten, Chinees keramiek en aardewerk of stoffen uit India zijn zoveel schitterende bewijzen van vruchtbare onderlinge contacten dankzij een drukke zeehandel, niet alleen commercieel maar ook cultureel. Mooi waren bijvoorbeeld de sierlijk gebatikte stoffen (waarbij ik onwillekeurig aan Multatuli’s “Saïdjah en Adinda” moest denken!).

Bijna op het einde krijgt de tentoonstelling ook een moderner tintje: daar schittert (letterlijk!) een majestueus werk van een jonge kunstenares dat bestaat uit drie houten schepen met daarop figuren gehuld in mantels van gouden  elementen in de vorm van muskaatnoten, symbolische weergave van de plundering van rijkdommen door de kolonisator.

De symboliek van de band tussen archipel en zee kon niet beter uitgebeeld worden dan door de tentoonstelling af te sluiten met een traditionele Indonesische boot -een padewakan noteerde ik- , gebouwd in Indonesië, daar gedemonteerd, in kisten getransporteerd en hier opnieuw opgetrokken door vier Indonesische houtbewerkers volgens een techniek die van generatie tot generatie wordt doorgegeven: in tegenstelling tot westerse boten begint men met de beplanking, uitgevoerd in duurzaam hout, waarna pas de zijspanten worden ingebouwd om zo het geheel te versterken. Alle verbindingen gebeuren met houten pinnen en de afdichting tussen de planken, die onbehandeld blijven, bestaat uit “koorden” die dan bij de tewaterlating gaan zwellen en zo de naden sluiten .

Samenvatten zou ik willen met deze korte promotietekst:

“De wonderbaarlijke Austronesische avonturen, de hindoe-boeddhistische koninkrijken, de eerste Sumatraanse en Javaanse keizerrijken, de vroege mondialisering in de eerste eeuwen van ons tijdperk, de aanhoudende, constante relaties met China, India en de moslimwereld, de opkomst en ontwikkeling van de sultanaten, de eerste contacten met de Europeanen, de ontwikkeling van de islam, de onafhankelijkheid en de ontwikkeling van het land: het zijn allemaal hoofdstukken van een verhaal waarvoor de bezoeker wordt uitgenodigd om, met de zee als verbindingsteken en een uitzonderlijke collectie belangrijke werken als merktekens van een geschiedenis die de moeite waard is, te ontdekken en te bewonderen.”

****

Toen Jos afscheid nam van zijn “jongens” zoals hij ons zo sympathiek noemde, mocht hij rekenen op een welverdiend applaus. Dat Etienne, fotograaf van dienst, van al dat moois geen foto’s mocht maken, kon hij ook niet verhelpen… en wij alleen maar betreuren!

****

’t Was een dag met twee gezichten, maar wel weer genieten geblazen en zo kunnen we er weer tegen… tot de volgende!!!

Pierre


Een methode om voedsel te verbouwen, waarbij conventionele aquacultuur (het kweken van waterdieren zoals slakken, vissen en schaaldieren) op een symbiotische manier (het langdurig samenleven van 2 of meer organismen) gecombineerd wordt met hydrocultuur (het kweken van planten in water (Uit: Wikipedia)

Connectiviteit: verbinding met andere systemen

Fotovoltaïsch: het omzetten van (zon)licht in elektriciteit

Suborbitaal: ruimtevlucht waarbij een ruimtevaartuig wel de ruimte bereikt maar weer terugkeert naar de aarde voordat het één omloop heeft uitgevoerd

Geconnecteerd: verbonden

ExoMars: eerste noemenswaardige missie in het verkenningsprogramma van de biologische omgeving van Mars

Exoplaneet: planeet in een baan rond een andere ster dan de zon

Genoom: complete set genen van een organisme

Telegeneeskunde: geneeskunde waarbij een afstand overbrugd wordt en gebruik gemaakt van informatietechnologie en telecommunicatie

Eugenetica: met behulp van wetenschappelijke kennis de menselijke soort verbeteren

Transhumanisme: filosofie dat de mensheid zich verder kan en moet ontwikkelen tot een nieuwe soort die wellicht niet meer als “mens” herkenbaar is

De zeilboten profiteren van de moessons en N-O winden (winter) en Z-O (zomer) om hun trajecten uit te voeren.

Batikken: textiel verven volgens een oude Indonesische methode, waarbij figuren die niet in een bepaalde kleur geverfd mogen worden met was worden bedekt.

De boot wordt na de tentoonstelling opnieuw ontmanteld en in kisten terug naar het thuisland gebracht.

 

 

 

Foto