Koperen Passer Tienen

Club V-9

Groep Hof ter Rode



Pierre

 

 

VAN POELAERT TOT CINQUANTENAIRE

Verslag van een merkwaardige uitstap! (16 november 2018)

Op de deelnemerslijst aanvankelijk slechts elf activisten, tot Paul op de valreep nog versterking aanvoerde, wat iemand op het idee van een bus met de twaalf apostelen bracht! Spitsvondig zijn ze wel, onze Passers, zelfs op een frisse vrijdagmorgen! Maar “elk nadeel hep zijn voordeel”: plaats zat in de bus, gemakkelijk te “hanteren” groep, op eentje na geen achterblijvers… Zet daarbovenop nog een haast vlekkeloze rit naar onze nationale hoofdstad: wie zou er dan nog durven klagen? Zelfs niet toen we bijna onze Joanna Van Der Haegen misten doordat de plek van ontmoeting die zij ons had meegedeeld en wat het - overigens vriendelijke - baliepersoneel ons aanwees, niet bleek te kloppen! Zij koos voor de ingang, wij in onze kinderlijke onschuld voor de in deze wel zeer toepasselijke “Salle des Pas Perdus”! Maar net toen Etienne, kordaat als hij steeds is, van plan was Korei 1 te dagvaarden, zorgde onze gids voor een minnelijke schikking door alsnog binnen het academisch kwartiertje te komen opdagen. Door een beroep te doen op mogelijke procedurefouten (allemaal 85-plussers, een beetje frisjes buiten en meer van die onzin!), slaagden wij erin haar humeur wat bij te werken, zodat de kennismaking uiteindelijk nog best meeviel, en kon zij, wat zij ons aan de buitenzijde wilde tonen - de as der monumenten zoals zij het noemde -, ook vanaf de binnenkant beschrijven.

***

Vooraf nog even dit: de strenge veiligheidscontrole vóór we het gerechtshof binnen mochten, leverde enkele hilarische taferelen op! Eerst alles -of bijna alles!- uit met enkele gevaarlijk afzakkende broeken tot gevolg, daarna het gesukkel om alles weer aan en op de juiste plaats te krijgen! Je zou bijna nog gaan geloven dat het echt 85-plussers waren!!! Een paar raakten daarbij niet geruisloos door de securityscan en moesten zich aan de kant een extra controle, door een dame dan nog wel, laten welgevallen. Misschien hadden ze stiekem gehoopt op wat grensoverschrijdend gedrag van harentwege, maar ze vingen bot! Uiteindelijk konden we toch ongehavend en in deftige toestand aan onze rondgang beginnen!

***

Over de strategische ligging van het JP wist Joanna te vertellen hoe deze “nieuwe akropolis”, groter dan de Vaticaanse Sint-Pietersbasiliek, een belangrijke plaats inneemt in het koninklijk traject: het vormt namelijk de spectaculaire afsluiting van de “monumentenas” die van hieruit via de Zavel naar het Koningsplein met Koninklijk Paleis loopt en vandaar via Congreskolom, Kruidtuin, Koninklijke Mariakerk en Onze-Lieve-Vrouwkerk van Laken verder naar het Koninklijk Paleis. Er werd gebruik gemaakt van de natuurlijke helling van het terrein, de Galgenberg, waar vroeger de veroordeelde misdadigers werden opgehangen, om van hieruit grandioze stadsperspectieven op te bouwen met panoramisch uitzicht op de benedenstad en de directe omgeving van de stadskern, panorama waarvan wij door een hardnekkige mist jammer genoeg niet konden genieten! Het was voor architect Poelaert, de dubieuze winnaar van een architectenwedstrijd, -en daarom door de bewoners van de Marollen bedacht met de twijfelachtige titel “schieven architek” 2- een hele opgave om een dergelijk monumentaal gebouw op te richten op het ongelijke terrein: de niveauverschillen, op sommige plaatsen zelfs meer dan twintig meter, werden door een vernuftig trappensysteem opgevangen. We mochten ervan “genieten”!!! Dat de uiteindelijke toewijzing van het bouwproject toch aan Poelaert te beurt viel, was wel even verdacht: hij maakte namelijk zelf deel uit van de beoordelingscommissie die de ingediende bouwplannen moest beoordelen en… systematisch had verguisd.

De afmetingen en de plaats van dit gigantische gebouw -destijds beschouwd als het grootste ter wereld!- moesten de nadruk leggen op het nieuwe, meer afschrikwekkende aspect van de rechtspraak in de nieuwe tijd tegenover de vrij willekeurige fysieke en publieke strafuitvoering van het voorheen heersende ancien regime. Opmerkelijk is wel dat het Justitiepaleis opgedragen is aan de godin Athena, godin van de wijsheid, en niet aan Themis, godin van de rechtspraak!

De oorspronkelijke koepel werd door de Duitsers op het einde van WO II in brand gestoken en enkele jaren later heropgebouwd, maar dan 2,5 m hoger om de slankheid van het gebouw en zijn imponerende aanwezigheid nog te verhogen!

Het gebouw vertoont alle kenmerken van het eclecticisme3 en moest alle burgerlijke en militaire rechtbanken kunnen huisvesten, van politierechtbank tot hoven van beroep en cassatie. Het bouwprogramma oogt dan ook bijzonder ingewikkeld: grote audiëntiezalen, kleinere zalen voor de magistraten en de leden van de balie plus al hun bijkomende diensten, gangen her, trappen der... Het groeide uit tot een ware kafkaiaanse doolhof!

De afbraak van het oude, ondertussen te klein geworden Justitiepaleis en de bouw van het nieuwe, kostte jaren van discussies en… ettelijke miljoenen. Staat en stad namen elk een deel voor hun rekening, maar de provincie speelde het leep en wilde slechts een eenmalig vast bedrag ter beschikking stellen, daardoor de haast onvermijdelijk oplopende onkosten vermijdend! Profetisch inzicht noemt men dat!

Een aanzienlijk deel van de Marollen, een vrij grote volksbuurt, moest voor de bouw onteigend worden, wat heel wat sociale drama’s veroorzaakte en zelfs leidde tot een ware volksopstand bij de inhuldiging van het gebouw in 1883 in aanwezigheid van Koning Leopold II, bijna twintig jaar en dus nog meer miljoenen later na de eerste steenlegging.

Je zal ook maar vanuit je wijk de rest van je leven dag in dag uit tegen dat bombastische gebouw op de heuvel moeten aankijken, vond ook Joanna.

Door de combinatie van ijzer en andere metalen met steen waren er op bouwkundig vlak veel meer mogelijkheden, wat blijkt uit de grote toegangsportiek en de imposante koepel, mogelijkheden waarover ze in de oudheid bij de bouw van hun tempels niet beschikten. De afmetingen zijn ontzagwekkend, ook de manier waarop Joanna met cijfers en getallen goochelde!

Een indrukwekkende bronzen poort, levensgrote beelden uit de Griekse en Romeinse oudheid, gigantische pilaren en imponerende zuilen die de al even imponerende koepel schragen 4 en in het midden op de vloerbedekking een enorme windroos: dit is de centrale hal met de erg toepasselijke naam “Zaal van de verloren stappen”.

We mochten ook een kijkje gaan nemen op de indrukwekkende “Miniementrap”, die met zijn161(!) treden het 20 m grote niveauverschil opvangt tussen de straat en de Salle des Pas perdus. Bovenaan de trap wordt een sierlijk fronton gedragen door twee zuilen in de vorm van lictorenbundels, bij de Romeinen algemeen gezien als het symbool van de republikeinse macht. Zo’n bundelroede met rode linten rond de steel van een bijl gewonden, was het instrument waarmee de lictoren in deRomeinse oudheid de vonnissen uitvoerden. De olmen- of wilgenroeden dienden om kleinere vergrijpen te bestraffen, terwijl de bijl werd gebruikt om de doodstraf te voltrekken.

Via nog meer trappartijen, altijd weer om die hoogteverschillen te overbruggen, bereiken we de galerijen op de eerste verdieping waar een waar labyrint van gangen, diverse gerechtszalen en kantoren op ons wacht. In de “Assisenzaal” konden we jammer genoeg niet op verkenning wegens “bezet”, maar tot het “Hof van Cassatie” kregen we dankzij de “wondersleutels” van Joanna wel toegang. Met vele voorbeelden uit de actualiteit werd ons de werking van zo’n hof uitgelegd. Zo leerden we o.m. dat hier geen vonnissen worden uitgesproken, maar wel of het verloop van een proces volgens de wet is gebeurd en er geen procedurefouten konden ingeroepen worden. Je aanwezigheid in zo’n “echte” zaal is toch wel behoorlijk indrukwekkend! Ook van Joanna’s uitleg over het Hof van Assisen en de werking en het belang van een volksjury konden we best genieten.

De meest luxueuze en tot de verbeelding sprekende zittingszaal op de verdieping is wel de“feestzaal” waar ieder jaar de opening van het nieuwe gerechtelijk jaar plaatsvindt en vroeger ook de jonge advocaten werden ingezworen. Door de toevloed aan “nieuwkomers” gebeurt dit laatste nu op een andere manier. Boven de toegangsdeur hangt een enorme vergulde lijst waarin het portret van Leopold I prijkt. Aan het andere uiteinde van de zaal bevindt zich een grote loggia voor de dames die de gebeurtenissen bijwoonden. Het cassettenplafond oogt best indrukwekkend en de symboliek van de handspiegeltjes op de wanden wist onze gids haarfijn uit te leggen.

Sinds enkele jaren is het JP een beschermd monument. In de meer “afgelegen” hoekjes, gangen en galerijen verraadden o.m. stof en vuile ramen dat een dergelijk gigantisch gebouw niet meer aan de huidige justitiële noden beantwoordt en niet meer te onderhouden valt. Daarom werd er onlangs een internationale ideeënwedstrijd uitgeschreven om meer visie te krijgen op de mogelijke toekomstige bestemmingen van het gebouw volgens meer moderne noden en behoeften. Er werden heel wat projecten ingediend, maar hoe de nieuwe bestemming er echt zal uitzien, zal, gelet op de woelige voorgeschiedenis van dit majestueuze gebouw - thans in handen van de Regie der Gebouwen - nog wel een hele tijd op zich laten wachten. En ondertussen zijn de overjaarse stellages die de buitengevels al jarenlang ontsieren, zelf al aan restauratie toe…

***

Dat alles, en nog veel meer, wist een boeiende Joanna ons te vertellen (zij aarzelde ook niet de “verloren” tijd met “overuren” te compenseren) en dus konden we met een tevreden gevoel afscheid van haar nemen op de plaats waar het een paar uur eerder allemaal begon, maar nu, eerlijkgezegd, in een heel andere sfeer: de majestueuze “Salle des Pas Perdus”, een naam die ik niet gauw zal vergeten!

***

Na, voor enkelen althans, een beetje onverwacht zoekwerk (zo ziet een mens ook nog eens wat meer!) kwam iedereen terecht waar hij moest zijn: “Restaurant Vincent” in de Predikherenstraat. Onze plaatsen waren er door Jean gereserveerd, ons menu mochten we, op de rijke tomatensoep na, zelf kiezen: Schotse zalm en duchesse aardappelen, Vlaams stoofvlees met frietjes, rundstartaar op Amerikaanse wijze met frietjes, gekonfijte varkensrib met zoete aardappel, ravioli van champignons met parmezaan en pijnboompitten of steak met bearnaisesaus en frietjes. Iedereen ging zonder aarzelen voor de rundstartaar. Voor het nagerecht doken de meesten in de chocolademousse, enkele snoepers lieten zich verleiden door een dame blanche of een koffie, terwijl er een paar zowaar de twee wisten te versieren!!! De rode van “Les Croisières” op basis van Merlot, Syrah en Cabernet Sauvignon werd zelfs door de meest ervaren kenners in het gezelschap goedkeurend verwelkomd!

Aldus de innerlijke mens versterkt hebbende, konden we op naar de volgende bestemming: Autoworld Brussels.

***

“Autoworld Brussels - More than a museum” lazen we in een folder. Koetsen, auto’s en motors van verschillende origine schrijven hier de geschiedenis van de automobiel op een schitterende manier. Voor de liefhebbers onder ons, en zo liepen er wel een paar tussen, het klassieke neusje vande zalm! De verwachtingen waren dan ook navenant hooggespannen toen we door onze vrijetijdsgids Yves Van Laere op een zeer gemoedelijke manier werden verwelkomd. We voelden ons dadelijk thuis en dus welkom! In zijn vrije tijd en op vrijwillige basis gidst hij groepen in liefst vier talen: Nederlands, Frans, Engels en Duits! Met daarbij de nodige knowhow, dat zouden we in de volgende twee uur ervaren!

Zoveel blinkend geweld bij elkaar, “nostalgie op wielen” noemen sommigen het, of nog “een wereldpaleis van de automobiel”. En dat is niet eens overdreven!

In dit nu mooi gerestaureerde gebouw in het Jubelpark kan je de geschiedenis van de auto ontdekken aan de hand van een unieke collectie (meer dan 300 voertuigen). Door paarden getrokken koetsen, sportcoupés uit de jaren ’50, droomlimousines, gewone personenwagens en ook fietsen, motoren en bedrijfswagens van verschillende origine: de fabelachtige geschiedenis van de auto permanent in beeld gebracht!

Paarden zagen in de loop der jaren hun rol overgenomen door de oudste modellen uit een bijna archeologisch verleden, aangedreven door stoom, gas, benzine (die in het begin gewoon bij de apotheker of drogist werd gekocht!) en dichter bij ons door elektriciteit en zonne-energie (o.a. deUmicar I van het Umicore Solar Team uit Leuven).

Dankzij de passie en gedrevenheid van Ghislain Mahy kan Autoworld ruim 200 unieke automobielen tentoonstellen. Hijzelf bouwde na WO II een indrukwekkende collectie oldtimers uit, waaronder ook verschillende Belgische merken, die hij ook zelf restaureerde met behulp van zijn zoon en enkele vrienden. Het grootste gedeelte daarvan met voertuigen uit alle windstreken bevindt zich in zijn eigen museum ergens in Wallonië.

In themazones worden ook voertuigen van de openbare diensten, micro-auto’s e.d. tentoongesteld. Het wagenpark van vorsten en staatshoofden telt meestal mooie en zeldzame exemplaren. Terwijl zij zich nu uitsluitend in geblindeerde en beveiligde auto’s verplaatsen, was dat vroeger anders. Enkele mooie exemplaren van auto’s die ooit aan de Koninklijke Familie toebehoorden vinden hier een plaats, waaronder een prachtige open Cadillac.

In de afdeling “Belgian Cars”, goed herkenbaar aan de tricolore banden op de vloer, blijkt duidelijk hoe van bij het begin de Belgische autoconstructeurs een grote rol speelden in de ontwikkeling en de geschiedenis van de automobiel. Autoworld stelt hier wellicht de grootste verzameling Belgische automobielen ter wereld voor: Minerva, FN, Imperia…

In een permanente tentoonstelling wordt gefocust op de Belgische rol in de autogeschiedenis en daaruit mag blijken dat heel wat Belgische ontwerpers naam en faam hebben verworven in dienst van buitenlandse grote merken!

In een restauratieatelier worden historische racewagens in ere hersteld en kunnen liefhebbers ook aan hun eigen voertuigen werken en daarbij een beroep doen op de ervaring van collega-restaurateurs.

Om de twee jaar organiseert Autoworld een prestigieuze tentoonstelling op de mezzanine die altijd een breed publiek blijkt aan te trekken. Regelmatig komen ook tijdelijke tentoonstellingen aan de beurt: tijdens de voorbije zomermaanden stond Renault al in de kijker, eind volgende maand tot begin volgend jaar valt die eer te beurt aan “Porsche 70 Years”, terwijl wij nu konden meegenieten van een schitterende verzameling Pegaso’s, een uitermate zeldzame sportwagen waarvan er slechts een zeer beperkt aantal in Spanje van de band rolde. Hier werden voor de gelegenheid maar liefst veertien van deze wagens samengebracht, alle op ééntje na, rijvaardig, een record als je weet dat er wereldwijd nog maar een zestigtal exemplaren bestaan.

Iemand in de groep opperde de vraag hoe het kon dat al deze tentoongestelde wagens er zo perfect onderhouden en verzorgd uitzien. Dat gebeurt dus door een groep vrijwilligers die alle auto’s op de tentoonstelling eenmaal per maand een poetsbeurt bezorgen!

Bij al dit moois stelde Yves wel met enige spijt vast, dat de kennis om oldtimers te herstellen en draaiende te houden erg bedreigd is, want jongeren leren het niet meer op school en enkel een handjevol oude rotten in het vak bezit nog de vereiste kennis en ervaring.

Ondertussen was onze rondgang door het museum onder de leiding van onze onvermoeibare gids -hij vroeg zelfs of we ons een half uurtje langer konden permitteren!- een ware afvallingskoers geworden! Stilletjes verdwenen ze een na een om wat rust (en een frisse pint!) te gaan opzoeken in de Brasserie. Toen we er om 5 uur met de rest van de groep arriveerden, was net het sluitingsuur ingegaan! Meenden wij daar ergens enig leedvermaak te bespeuren?

***

Bezoekers houden van dit museum. Dat blijkt uit de recensies en waarderingscijfers die ze op toeristische websites achterlaten. 4,5/5 op Tripadvisor en Get Your Guide vertolken ongetwijfeld een mooi resultaat en daar kunnen wij ons graag bij aansluiten, want Autoworld Brussels is inderdaad “More than a Museum”!

Volgende maand verwachten ze ons in Antwerpen, hopelijk dan met een groep van normale proporties! Tot zolang!

Pierre


1 De verantwoordelijke inrichters van de toeristische dienst

2 Ik vond ergens een vermakelijke anekdote i.v.m. deze spotnaam: Poelaert liet zich naar het schijnt omringen door Engelstalige werfleiders die hem eerbiedig aanspraken met de titel van “Chief architect”. De toen weinig geletterde volksmensen uit de buurt hoorden dat eigenaardige taaltje en maakten er “Schieven architect” van!

3 Mengeling van verschillende bouwstijlen uit het verleden

4 Zij dragen 80 kg per cm2, één van de weinige getallen die ik van Joanna heb onthouden, waarschijnlijk omwille van het indrukwekkende dat ervan uitgaat!

 

 

 

 

Foto