Koperen Passer Tienen

Club V-9

Groep Hof ter Rode



Pierre

 

 

BRILJANT BRILJANT en… MACHTIG MIDDELHEIM!

Verslag vrijdag 19 april 2019

Acht uur: iedereen aan boord, bus weg, knap op tijd dus!

Het deed een beetje vreemd aan: zoveel volk in de bus! Dus toch maar effe een cotrolleke doen; twee keer herbegonnen met tellen, hier en daar een begrijpend lachje, zo van: ja, ja de leeftijd zeker!… Etienne wil helpen, geraakt nog niet eens halfweg. Die zere knie toch!… Derde keer goede keer dan: Ludo warempel vergeten! Zou pas in Antwerpen aansluiten! Zo raak je nooit aan 33 natuurlijk!

Geen sprake van files onderweg! In mijn  hoofd  speelde een deuntje uit een of andere vergeten musical: “Oh what a beautiful morning, oh what a beautiful day, I’ve got a beautiful feeling, everything is going my way!...” En zo was het ook: het mooiste lenteweer dat je kon schilderen, prima bus met toffe Ludo aan het stuur (neen, niet die van Antwerpen!!!), en vooral: zoveel fijne mensen aan boord waaronder 11 sympathieke “diva’s” op hun paasbest… Nieuweling Jaak en zijn Erna voelden zich al meteen verkocht…

Dus: met ruime voorsprong op het afgesproken uur voor het DIVA op de Antwerpse Suikerrui [21], best aangenaam terrasjesweer (of bijna toch) en dus vonden wij “De Engel” bereid ons van een ochtendlijk opkikkertje te voorzien [ 27 e.a.]. Grappig dat het café vlak daarnaast “De Bengel” heette!!!

***

Toen ons uur gekomen was (klinkt echt Goede Vrijdagachtig!) trokken we naar onze eerste afspraak van de dag: het bijna jarige DIVA, Home of Diamonds [29], een samensmelting van het vroegere diamant-  en het zilvermuseum. De naam is geen afkorting, maar verwijst naar het schijnt naar het Italiaanse “ster”, “met een knipoog naar de Antwerpse trots voor zijn steentje”, de diamant. Door de te grote groep werden onze wegen gescheiden en moesten we ook een beroep doen op twee gidsen. De onze, Mark Telden [32], een sympathieke vlotte Antwerpenaar, troonde ons onmiddellijk mee naar boven naar de Kluis [31-41]  terwijl de andere groep beneden begon. In allerlei lades en kastjes zit heel wat informatie verborgen die Mark ons vlot en zwierig onthulde.

Beginnen deed hij met het verhaal over vals en echt. De waarde van edelstenen en edele metalen zorgt er al eeuwenlang voor dat de mens op zoek ging naar andere materialen met dezelfde eigenschappen tegen een goedkopere prijs. Grootste boosdoeners zijn cubic zirconia en synthetisch moisanniet. Een diamant koop je daarom best enkel als hij vergezeld is van een certificaat [34]. In laboratoria onderzoeken experts immers de 4 C’s die de waarde van een diamant bepalen: Carat (karaat=gewicht), Colour (kleur) , Clarity (zuiverheid) en Cut (maaksel). Het certificaat geeft ook aan of een diamant natuurlijk is of synthetisch en waarborgt dat hij niet in conflictzones gewonnen werd, de zgn. bloeddiamanten.

Edele metalen zijn zacht en buigzaam waardoor ze zelden in zuivere toestand behandeld worden, maar onder de vorm van legeringen, d.w.z. vermengd met andere metalen: goud, zilver en platina. Ook hier is de kans op vervalsingen niet te onderschatten. Daarom moeten goud- en zilversmeden op de voorwerpen die ze vervaardigen een officieel gehaltemerk aanbrengen waarna ze een erkend keurmerk krijgen. Maar ook dan liggen hier vaak nog vervalsers op de loer!

Ik kan mij onmogelijk de inhoud van alle lades en kastjes herinneren, enkel één topstuk sprong bijna letterlijk en figuurlijk in het oog: de Zeemeerminhanger. De beschrijving ervan haal ik uit het onder voetnoot 2 geciteerde werk (p. 97): “De centrale figuur in deze neorenaissancehanger is een zeemeermin. Haar romp bestaat uit een grote barokparel en haar onderlichaam heeft de vorm van een vissenstaart, versierd met groen email en diamant. Ze houdt een slang vast en wordt belaagd door enkele zeemonsters. Bovenaan de hanger doorboort een pijl een kleinere barokparel en onderaan hangen drie natuurparels.”

Er zaten in de kluis ook een paar “echte valseriken”, maar had Mark ons dat niet verklapt, dan hadden wij, simpele zielen, het ook nooit geweten!!!

Op dan maar naar het Boudoir met zijn Diamond Diva’s, waar de “ah”s” en de “oh”s” van onze eigenste diva’s de pracht en de schittering van de hier getoonde juwelen en hun draagsters weergaven: o.m. Keizerin Sissi, Koningin Alexandra van Engeland, Liz Taylor, Audrey Hepburn en Marlène Dietrich showden hun ‘kostbaarheden’! Mij bleef hier het Slangjuweel [37] bij. Om jullie een beetje te verlekkeren geef ik graag de beschrijving ervan mee uit de Briljante Verhalen  (p. 111) (zie voetnoot 1): “Het juweel is vervaardigd in goud en bedekt met transparant email op een schubvormig gegraveerde ondergrond, waardoor de illusie van slangenhuid ontstaat. Achttien diamanten in oud briljantslijpsel sieren de kop van het reptiel, twee diamanten in roosslijpsel vormen de ogen en de gespleten tong bestaat uit negen robijnen. Het juweel is opgebouwd uit conische schakels die in elkaar grijpen. Dankzij die flexibiliteit kan de slang, wellicht een adder, zowel hals als arm sieren.” Wat hier verder nog aan schitterende broches, oorhangers, halskettingen, tiara’s en andere armbanden te bewonderen viel, laat ik aan de dromers over!

We leerden ook nog wat de tremblant-techniek voorstelde. Sommige juweelontwerpers slaagden erin hun stijl  zodanig te verfijnen met deze techniek dat de diamanten bloemen bewogen en daardoor nog meer schitterden! Mark wilde de proef op de som leveren door een paar keer op en neer te springen, maar hij was blijkbaar niet “gewichtig” genoeg: de betonnen vloer bleek op iets meer berekend!
En wie herinnert zich nog de diamanten Tiara met vleugels? Ze kregen de bijnaam ‘vleugels van de liefde’. We laten alweer de kenners aan het woord: “Dit prachtexemplaar is op ingenieuze wijze om te toveren tot twee broches. De vleugels zijn namelijk op rails gezet, waardoor ze niet alleen verplaatst kunnen worden, maar zelfs volledig demonteerbaar zijn.”

En vooraleer dit boudoir te verlaten: wie weet nog wat een “parure” en een “demi-parure” is? Ik zal het jullie verklappen: een parure verwijst naar een set bij elkaar horende juwelen bedoeld om samen te dragen. Die kunnen bestaan uit een haarkam, een diadeem, oorhangers, een halsketting, een borstspeld, een gesp en/of armbanden.  Een demi-parure bestaat meestal uit een halsketting of broche met bijpassende oorhangers of armband.

Je kon hier ook plaatsnemen voor een spiegel en de test doen om te ontdekken welke diva jij bent. Ik heb echter niemand gezien die zich aan de test wilde (durfde?) wagen!!!

In de Wonderkamer [38-39] wilde de adel, maar ook andere vooraanstaande burgers, hun verzamelde kostbaarheden tonen aan hun bezoekers. Hun collecties waren zeer uiteenlopend en vaak ook internationaal van aard. Ze bevatten schilderijen, juwelen, naturalia tot zelfs wetenschappelijke instrumenten. We zouden het kunnen hebben over die prachtige Pauwenbroche [43] waarbij de met edelstenen bezette veren van de vogel “en tremblant” zijn gezet waardoor ze dus gaan trillen. Of over die Broche met Egyptische motieven: centraal in de broche ligt een Egyptische figuur die een papyrusblad vasthoudt terwijl aan de zijkanten hiëroglyfen zijn uitgespaard. Of de ingenieuze zilveren Molenbeker [40], gebruikt als amusement bij feestelijke gelegenheden en drinkspelen. Ze kunnen enkel leeg en omgekeerd neergezet worden. Via een blaaspijpje werden de wieken in gang gezet en zolang ze draaiden mocht er gedronken worden. Was de beker niet op tijd leeg, dan gaf de klok van de molen aan hoeveel extra bekers de speler moest drinken! En dan zwijgen we tenslotte nog over die schitterende Uilenbeker, een zilveren uil met een lijfje in kokosnoot waaruit ook echt wijn werd gedronken! En dan ook nog… En verder… Er is nog zoveel te zien, maar we moeten nog gaan…

Tafelen, niet dat Jean hier voor ons zou gereserveerd hebben (stel je voor!), maar de kamer waar tafelservies als statussymbool wordt “geserveerd”! Waar we vandaag onze maaltijden grosso modo met vork en mes uit een eigen bord eten, was dat niet altijd het geval. Zeker tot in de zestiende eeuw werden in onze contreien tijdens de maaltijd gewoon de eigen vingers gebruikt, terwijl gemakshalve vlees en vis al voorgesneden werden geserveerd. In de late middeleeuwen werd al eens beroep gedaan op bepaalde soorten bestek dat de gasten dan zelf meebrachten. Vaak ging het om lepels voor soepen en ‘pottagieën’ (soort hutsepot) en een scherp puntig zakmes om het voorgesneden voedsel op te prikken en vervolgens in een sauskommetje te dippen. Dat wist onze Mark te vertellen terwijl hij ons meenam naar een tafelkast [49] met dienbestek. We mochten onze fantasie daar de vrije loop laten bij het raden naar de verschillende voorwerpen. Het gewone dienbestek, een simpele terrine, een pollepel, een slavork en -lepel konden we nog wel ontdekken; bij een ragoutlepel, visdienvork en -spaan of een ijsdienbestek werd het al wat moeilijker, maar bij een notenpeller, een aspergetang en een duwertje gingen we helemaal de mist in!...

Welgeteld één uur kregen we om DIVA een beetje te verkennen en ons te vergapen aan al dat indrukwekkend moois, maar ook Mark vond dat het veel te vlug was gegaan en deed er graag nog een schepje bovenop! Voor we de laatste zaal verlieten, mochten we nog even het gouden ECC Tennisracket [47] bewonderen, bezet met maar liefst 1617 diamanten, alle van topkwaliteit. De letters ECC verwijzen naar het European Community Championship tennistornooi dat tot 1998 in Antwerpen plaatsvond. In 1985 mocht Ivan Lendl zo’n exemplaar mee naar huis nemen nadat hij het tornooi voor de derde keer in vier jaar tijd won. Niemand deed ooit beter, wij zeker niet!

Afscheid van Mark dan toch maar, afscheid van DIVA, de nieuwe ster in Antwerpen, schitterend universum vol diamant, juwelen en edelsmeedkunst, maar geen spek voor onze bek!

***

Om onszelf dan maar een beetje te troosten, trokken we naar de overkant van het museum, waar op nr. 16 Bomma [55 e.v.] al vol ongeduld op ons wachtte. “Eten bij de Bomma,” vertellen kok Ronny en zaalvrouw Sharon, “dat is genieten van de eenvoudige, plezierige keuken met een tikkeltje nostalgie. Hier in het hartje van Antwerpen aan de Suikerrui kan je ultieme troostkost en Vlaamse klassiekers eten zoals jij ze het liefste hebt. Je combineert naar hartenlust jouw lievelingsingrediënten en stelt je maaltijd naar keuze samen. Een hommage aan de volkskeuken en aan jouw persoonlijke smaak.” Met dergelijke vooruitzichten moest Jean niet lang twijfelen en ging er voor de tomatensoep met balletjes, de nogal ‘vol’ uitgevallen vol-au-vent [70] met frietjes en een stevige dame blanche, alles voorafgegaan van een aperitief naar keuze en vergezeld van wijn en water. De koffie kon er maar net bij, want door de grote drukte (alles volzet!) en de wat krappe bediening (ook hier liet personeelsgebrek zich voelen!) waren we ruim te laat voor onze volgende bestemming! Maar het was er gezellig tafelen met diensters in bomma-tenue (die geruite schorten van ons bomma zaliger!) en de muren vol foto’s van… jawel bomma’s in alle kleuren en formaten! (Je kan er zelf een originele foto van jouw bomma aan de muur hangen als je er gaat eten!)

***

Nu met zevenmijlslaarzen naar Middelheim [71-72], één van de oudste en meest bijzondere openluchtmusea in de wereld. De bezoekers -ze zijn elk jaar met meer dan 300 000!-  krijgen hier een boeiend overzicht van meer dan 100 jaar beeldende kunst. De volledige collectie van het Middelheimmuseum omvat ruim 400 kunstwerken waarvan er ongeveer 215 opgesteld staan in het park. Ze wordt al sinds meer dan 50 jaar opgebouwd, gaat van ca 1900 tot vandaag en brengt een mooi internationaal overzicht van moderne en hedendaagse kunst. Onder statige bomen -sommige bezoekers komen alleen voor hen!-, langs brede wandelpaden -waarop joggers vlot hun sprintjes trekken!-, en op uitnodigende grasvelden -waarop zonnekloppers jong en oud van de nog prille lentezon genieten!- tref je grote namen uit het internationaal kunstenaarsgild. Wij trokken met onze gids, Inez Dechamps [117], op verkenning.

Zij wachtte ons geduldig op aan het Kasteel waar wij al onmiddellijk geconfronteerd werden met wat hedendaagse kunst bleek te zijn: de Misconceivable [73] van Erwin Wurm ,  een rare boot die afwijkt van de werkelijke vorm waarmee wij vertrouwd zijn en blijkbaar niet goed weet of ze in het water wil of eruit; daardoor zorgt ze bij de toeschouwer voor twijfel en een onzekere houding, vandaar ook de titel in vertaling: “Mogelijk verkeerd te begrijpen”. Kunst vanaf de jaren ‘60 of ‘70 wordt meestal “hedendaags” genoemd, terwijl eerdere kunstuitingen van de 20ste eeuw dan weer de naam “moderne kunst” opgeplakt krijgen. Die scheidingslijn is echter niet absoluut en vele kunstenaars vallen in beide categorieën. Als tegenhanger en dus “modern” verwees onze gids naar de Venus Victrix van Auguste Renoir een paar stappen verder: hier geen twijfels, geen verwarring over wat de kunstenaar nu eigenlijk wilde zeggen. Die tegenstelling modern-hedendaags zou tijdens de verdere wandeling nog vaak aan bod komen.

Verbazingwekkend-verrassend was het beeld van burgemeester Lode Craeybeckx [74] (de grote promotor van Middelheim) zoals Vic Gentils hem afbeeldde: opgebouwd met afgedankte materialen vol pure symboliek: van ploegscharen tot pianotoetsen, een pomp of zelfs een schoorsteenklep!

En dan de manier waarop Rik Wouters zijn Nel uitbeeldde in Het Zotte Geweld [75] en er een dansende figuur van maakte: zorgeloosheid en dynamiek spatten er zo af!  Men vertelt dat, om deze houding tijdens de lange poseersessies vol te houden, Nel de trapleuning als steun moest gebruiken!!!

Het buitenaards aandoende King and Queen [77] van Henry Moore heeft niets te maken met levende koningen en koninginnen. Het beeld zou ontstaan zijn terwijl Moore speelde met een stukje was en er verrassend genoeg een… wel wat vreemd koningshoofd uit groeide!

En toen stond daar Balzac [78] van Auguste Rodin, een van Frankrijks grootste literaire helden. De essentie van het beeld ligt in de massieve kop met diepliggende oogkassen, vooruitstekende kin en wilde haren. Een indrukwekkende soliede verschijning gehuld in een kamerjas en zonder herkenbare attributen die aan een schrijver doen denken. Stoer!

Aan de overzijde spande Herakles [79] van Bourdelle de boog waarmee hij één van zijn 12 werken moest uitvoeren. Wat een kracht straalt daarvan uit!

In De Kardinaal [83] beeldt Giacomo Manzù niet de mens uit, maar eerder de functie. Ingetogen staat hij daar, de ogen neergeslagen, de mantel strak om zich heen geslagen: een frêle, gesloten figuur, slechts het gelaat en een hand zijn zichtbaar. Volgens Inez een beeld dat, in het licht van de recente “kerkelijke” gebeurtenissen,  nogal wat tegenstrijdige gevoelens oproept bij de passanten!

Herken je de typische vormen van een paard in Het Grote Paard [89]  van Raymond Duchamps? Als je de hoef, de gebogen nek en de eigenzinnige snuit hebt ontdekt, dan heb je het wel gehad! De andere vormen hebben meer weg van machineonderdelen van een trein. Naar het schijnt verheerlijkt dit beeld snelheid en paardenkracht.

De Eindeloze kronkel van Max Bill  toont een ring zonder begin of einde, zonder een binnen- of buitenzijde. Draai het uiteinde van een lint of een strook papier 180° rond, lijm de eindjes aan elkaar en je bekomt hetzelfde effect!

In Il Miraculo brengt Marino Marini niet de klassieke houding van paard en ruiter. Die hoort het steigerende dier in bedwang te houden, maar glijdt met het hoofd naar beneden langs de rug van het paard. De gelijkenis met het mirakel van Paulus die van zijn paard gebliksemd wordt en zich bekeert, valt op.

In Belgian Funhouse [87] bouwt Dan Graham een van zijn bekende buitenpaviljoenen met glanzende spiegelende glasplaten waarin de bezoeker zichzelf en zijn omgeving gereflecteerd ziet. Door het half-spiegelende glas kijkt de andere kant mee: een bijzondere ervaring moet ik zeggen! Dit werk was oorspronkelijk bedoeld voor het St-Jansplein in Antwerpen, maar raakte daar beschadigd en vond nu “onderdak” in Middelheim.

Yayoi van Corey Mccorkle, een spiegelende bol, lijkt wel een buitenaards voorwerp, dat de kleuren en vormen uit de omgeving lijkt op te nemen. Het ziet er zwaar en robuust uit, maar is uitermate kwetsbaar: polyester en glasvezel afgewerkt met autolak: elke aanraking brengt schade toe! (Met de steun van de Tiense Suikerraffinaderij!)

En dan was er nog een oude bekende: Ai Weiwei met The Bridge without a Name [121-112]. De planken van het originele loopdek van dit bruggetje werden vervangen en vormen samen de contouren van China met zijn gekartelde landkaart. Niet zo simpel om aan de overkant te geraken! Het geeft de relatie weer tussen Ai Weiwei en zijn thuisland China die erg moeilijk was en is…

Is dat alles dan? Neen! Was er dus nog meer? Ja, en veel, véél meer…: er waren De Badenden, De Hond en De IJsbeer, De Profeet, De Rivier en De Zaaier, zelfs De Middellandse Zee naast De Drie Staanden, Pegasus die zijn vleugels uitslaat en de gekke Zonnewagen! Bekijk de alweer zo mooie fotoreeks van Pol en je zal ze allemaal herkennen! Een beeld zegt immers zoveel meer dan een woord!

***

Zo: hebben we overdreven met “Briljant Briljant en Machtig Middelheim”? Oordeel maar zelf nu! En volgende keer hopen we even goed te scoren met onze schaapjes en ruimtetuigen!

Tot bèèh!

Pierre


Het openingsfeest vond plaats op 5 en 6 mei van vorig jaar.

Briljante Verhalen, over edelsmeedkunst, juwelen en diamant, p. 134

Vond ik in Wikipedia

De kleur van diamanten wordt uitgedrukt in letters. Diamanten met de letters D tot F zijn topkwaliteit. Ze zijn wit en helder van kleur en uiteraard zeer zeldzaam. De kleuren N-Z behoren tot de laagste kwaliteit en zijn ook geler. (Mark)

Het Kimberleycertificaat [34]

Briljante verhalen”  p. 113

De namen van de kunstwerken en de kunstenaars zelf onthouden was een onmogelijk karwei; ik heb ze gegoogled! Van de beelden zelf wil/kan ik geen kunstzinnige beschrijving geven; ik probeer enkel wat interessante details/anekdotes mee te geven!

 

 

 

Foto