Koperen Passer Tienen

Club V-9

Groep Hof ter Rode



Pierre

 

 

Voordracht Karel Van Rompaey: "Uilen in Bunsbeek" 

19 november 2021

Neem je woordenboek, De Dikke van Daele bijvoorbeeld, en zoek op: “Een schot in de roos”

Daar lezen we: raak (ook fig.).
Onze vraag dan: kan je het bondiger, krachtiger, nauwkeuriger verwoorden? Deze voordracht - slechte woordkeuze, causerie is beter-  van onze goede vriend Karel was “Een schot in de roos”, raak dus!
Toen ik hem zo bezig zag, dacht ik: dit is Karel voor de klas met een in alle opzichten geslaagde les met alles erop en eraan: duidelijke en verstaanbare uitleg aan de hand van overzichtelijke schema’s, prachtige foto’s, grafieken zelfs en als uitsmijter - weer slechte woordkeuze, neusje van de zalm dan - zowaar de uilen zelf aan het “woord” met elk hun typische roep! Ik weet dat het niet beleefd is, maar ik heb met open mond zitten kijken en luisteren!

Om dan maar een beetje prozaïscher een populair TV-personage te citeren: “Wat hebben we geleerd vandaag?” Veel dus! Schiet evenwel niet op de pianist als er ergens toch een valse noot zou tussen zitten! Ik probeer maar!

***

Uilen behoren tot de orde van solitaire vogels met veelal een nachtelijke leefwijze. Ze hebben een rond, afgeplat gezicht met grote naar voren gerichte ogen die vast in de schedel staan,  goed ontwikkelde, ver uit elkaar staande oren, een haaksnavel en krachtige klauwen. De meeste uilen vertonen een mengeling van bruine, zwarte, witte en grijze veren, een uitstekende camouflage waardoor ze zich gemakkelijk kunnen verbergen.
In het wild worden uilen vaak niet ouder dan drie jaar. Omdat het laagvliegende jagers zijn, worden vooral kerkuilen en steenuilen dikwijls aangereden als ze op jacht zijn in de bermen langs autowegen. Ook komt het voor dat ze tegen in de lucht gespannen kabels aanvliegen en verongelukken. Een natte uil is ten dode opgeschreven, stortregens dus levensgevaarlijk! Net als uilen zitten muizen graag in een schuur met graan of hooi, maar omdat schuren voor graan- en hooiopslag steeds zeldzamer worden, vinden muizen daar geen leefplek meer en nemen ze dus in aantal af. Vermits het voedsel van uilen voor het grootste deel uit muizen bestaat, vinden zij steeds minder voedsel bij boerderijen en neemt ook daardoor hun aantal af; dat samenspel van muizen- en uilenpopulatie bleek trouwens duidelijk uit één van Karels grafieken! Ook het verdwijnen van kleine landschapselementen, hoogstamboomgaarden en oude, houten schuren hebben een belangrijk negatief effect op de uilenpopulatie.Maar dankzij uilenwerkgroepen in onze streek komt daar stilaan verbetering in.

Bij uilen staan de ogen vooraan in de kop, zodat ze een groot gezichtsveld hebben; van dichtbij daarentegen kan hij niet zo scherp zien, een bijziende uil dus! Hij kan zijn ogen ook niet naar links en rechts draaien en om naar andere kanten uit te kijken, gebruikt de uil de 14 wervels in zijn nek waardoor hij zijn kop volledig kan ronddraaien of ondersteboven keren. Roerloos van op zijn uitkijkpost op een weidepaal of een boomtak speurt hij de omgeving af, wachtend op een prooi. De kleur van de ogen kan verschillen van zwart, rood of geel.

Uilen hebben een bijzonder scherp gehoor. Ze zijn in staat om bij complete duisternis toch hun prooi te vinden . De haast onzichtbare oren van uilen bestaan uit een ooropening met een oordeksel, goed zichtbaar op de foto’s, waarmee ze het gehoor volledig kunnen afsluiten, wat hen dan weer in staat stelt om zelfs te nestelen in de galmgaten van een kerktoren! De oren moeten niet verward worden met de oorpluimen die uilen zoals de ransuil of de oehoe hebben: zij worden door veren gevormd en zitten ook niet op de plaats van de ooropeningen.
Die ooropeningen staan asymmetrisch geplaatst. Ze zitten links en rechts niet op dezelfde hoogte waardoor ze beter de richting vinden waar geluiden vandaan komen: die bereiken het ene oor immers iets eerder dan het andere.

Een uil heeft krachtige, gekromde klauwen aan de met veren begroeide poten. Twee van die klauwen zijn naar voren gericht en twee naar achteren, terwijl bij andere vogels er drie naar voren en één naar achter zitten. Hij grijpt zijn prooi met beide poten tegelijk en doodt ze door met zijn klauwen krachtig te knijpen. Pas dan verscheurt hij ze met zijn snavel of snijdt er kleine stukjes af om zijn jongen te voederen.

Uilen nestelen graag in een holle boom, soms op de grond,  zoals de  velduil, of in gebouwen (zoals bij Karel!). Zij besteden niet veel tijd aan het bouwen van een nest, soms zelfs helemaal geen en nemen ze het gewoon over  van een andere vogel. Zodra het vrouwtje haar eerste eitje heeft gelegd, begint ze te broeden. Tijdens dat broeden legt ze andere eieren, zodat het eerst gelegde ei ook het eerst uitkomt en de andere in volgorde van verschijnen! De uiltjes zijn aanvankelijk bedekt met een laagje dons; later gaan ze in de rui terwijl ze na een paar weken al echte veren krijgen. Alleen kunnen ze dan nog niet vliegen! Het jong dat het meeste bedelt en het verst zijn bekje opendoet, krijgt het meeste eten. Daardoor gebeurt het wel eens dat het kleinste en zwakste jong van de honger omkomt of bij voedselschaarste zelfs opgegeten wordt! Jonge nestverlaters worden ook wel “takkelingen” genoemd: om de omgeving te verkennen klimmen ze van tak tot tak.

Heel dat geboorteproces konden we tot in de details volgen dankzij  de vernuftige nestkast door Karel na grondige voorbereidende studies in elkaar geknutseld en zelfs voorzien van een ingebouwde camera! De nodige verbouwingen voor het maken van een aanvlieggat in de gevel van hun huis en het plaatsen van de  nestkast op zolder, konden slechts na veel geduld, tijd en dankzij ijzersterke argumenten om vrouwlief Anne-Marie te overtuigen! Maar Karels doorzettingsvermogen kennende als hij zich ergens in vastgebeten heeft…

Uilen zijn prima jagers. Dat hebben ze niet alleen te danken aan hun uitstekende oren en ogen, maar ook aan hun merkwaardig verenpak waardoor ze praktisch geluidloos kunnen vliegen. Bij andere vogels is dat veel minder het geval. De haartjes aan de buitenzijde van de buitenste slagpennen breken de geluidsgolven tijdens de duikvlucht, terwijl de donsveren elders op het lichaam het resterende geluid neutraliseren. Bij andere vogels treedt bij het vliegen een soort turbulentie op in de luchtstroom langs de vleugels, wat veel gedruis kan opleveren. Karel vertelde daarbij over zijn ervaring toen hij in de bergen een arend  spotte die in volle duikvlucht naar zijn prooi een enorm geluid produceerde. Die veren van de uil zijn nog op een andere manier merkwaardig: zij vertonen een mengeling  van bruine, zwarte, witte en grijze veren, een uitstekende camouflage waardoor zij zich gemakkelijk kunnen verbergen. In een bos zijn uilen die in een boom zitten haast onzichtbaar! Neem daarbij nog hun geruisloze vlucht en het wordt wel even schrikken als zij onverwachts langs je heen scheren.

De “plat préféré” van  uilen bestaat hoofdzakelijk uit muizen die met huid en haar opgegeten worden. Wat hij niet kan verteren, vormt een bal die hij tijdens het rusten uitbraakt, de fameuze braakballen. Die vormen erg interessant studiemateriaal voor wetenschappers. Voor de liefhebbers had Karel een heel assortiment meegebracht, proper verpakt in zakjes, in de hoop dat de kleinkinderen aan de ontleding ervan een paar uren plezier zouden beleven. Of ook de oma’s daarin zouden meegaan, is nog geen uitgemaakte zaak!

Het skelet van een uil is erg licht - nog geen tiende van zijn totale gewicht! - maar toch stevig gebouwd. Veel  botten zijn met elkaar vergroeid wat het geheel nog steviger maakt. Sommige grote botten zijn hol en hebben een botachtige versterking van binnen; dat zorgt ervoor het skelet toch licht blijft. Leg een uil op je hand - liefst op zijn rug  dan blijft hij braaf liggen! - en je verschiet wat een lichtgewicht hij wel is, de Oehoe uitgezonderd! Doordat de vleugelbotten lang zijn en het daarbij horende vleugeldeel erg breed, gaat het vliegen zeer gemakkelijk, zelfs als de uil een prooi meedraagt.

Tot  de meest voorkomende soorten die zich in onze omgeving schuilhouden, behoren de velduil, met zijn zwarte verenkrans rond de ogen en grote spanwijdte een indrukwekkende verschijning, de enige ook die zijn nest op de grond maakt; de ransuil, eenvoudig te herkennen aan zijn oortjes die geen oortjes zijn, maar rechtopstaande pluimpjes, en aan zijn veren waarvan de kleuren lijken op de schors van  een boom (camouflage!); de kerkuil, met zijn witte, hartvormige vlek rond de gitzwarte ogen, verkiest kerktorens, schuren en zolders, dicht in de buurt van mensen dus,  en broedt al vroeg in de lente; de steenuil, de benjamin onder de uilen, met boven zijn felle ogen witte strepen die op wenkbrauwen lijken, lichte vlekjes op rug en buik en… een klein staartje; en dan de oehoe, de reus in de uilenfamilie, die zijn naam dankt aan zijn typische roep, te horen van op grote afstand, zijn grote lichaamslengte en enorme spanwijdte, grote ogen die oranje tot vuurrood zijn.
Alles samen dus een heel mooi “assortiment”!

Volgens het oude volksgeloof bracht de roep van een uil ongeluk. Als hij ’s nachts tegen het raam vloog van een kamer waar een zieke lag, zou dat wijzen op een naderend sterfgeval! Uit angst werden er vaak uilen gedood of werden er zelfs dode uilen op een stal- of schuurdeur van het erf gespijkerd in de hoop zo het onheil af te wenden!
De uil staat soms symbool voor domheid - een dom iemand wordt nogal eens vergeleken met een uilskuiken - maar ook voor wijsheid. Athena, de Griekse godin van de wijsheid, wordt vaak afgebeeld met een uil op de arm.
Niet alleen in volksverhalen komen vaak uilen voor, ook in ons taalgebruik: wat helpen kaars en bril als de uil niet zien en wil; een uiltje knappen; uilen naar Athene brengen; als de uilen preken of uilen vliegen met geen bonte kraaien…

Als klap op de vuurpijl kregen we dan - zelfs daaraan werd gedacht! - geluidsopnames te horen van de roep van enkele uilen. Er waren er mooie bij, lieflijke zelfs en zachte, maar eentje ook - ik ben zijn naam kwijt - waarbij je zou wensen ook over een stel oordeksels te beschikken om het scherpe gekrijs niet te moeten aanhoren!

***

Lijkt dit alles een droge opsomming van feiten en feitjes (wat het eigenlijk ook wel een beetje is!), geef het in de handen van Karel en dat wordt een feest! Of wat dacht je ervan als hij vertelt van die keer dat hij in het holst van de nacht IN PYAMA uilen ging spotten? Of toen hij werd aangevallen door een uil en er zelfs door verwond raakte? En nog zijn wekenlange “strijd” met zijn Anne-Marie in een verwoede poging haar te overtuigen wat “lichte” verbouwingen aan hun huis te aanvaarden en zo toch maar een koppel uilen te kunnen huisvesten? En als hij dan in geuren en kleuren vertelt over de kinderen in “Woudlucht” waar zijn dochter lesgeeft, over hun reacties als ze de “gelaatsuitdrukkingen” van uilen (want die hebben ze!) beschrijven of braakballen mogen ontleden?... Ik vergeet zeker nog wat “anekdoterietjes”, maar strooi daar nog een pak van zijn prachtige foto’s over en dan kan je gerust stellen dat dit voor Karel een gewonnen thuismatch was... met forfaitscore! En wij, wij mochten gedurende bijna twee uur met blinkende ogen en op scherp gezette oren als van een uil genieten vanaf de zijlijn… Bedankt, Karel, zoals gezegd: het smaakt naar nog!...

***

En dan, na orde op zaken te hebben gesteld in zaal 1 van het VTC, op naar de Valgaer op de “koeimèt” waar het ook zou smaken hoopten wij; dus allen daarheen om dat even te checken. Patron Marc was erin geslaagd om 25 hongerige Passers toch nog behoorlijk deftig geplaatst te krijgen.

Bij de klassieke cava werd Paul Chaltin, als enige lijfelijk aanwezige jarige, op het schavotje gezet; de anderen, Yves en Paul Sterkmans, werden met een eervolle vermelding bedacht terwijl onze overleden jarige Roger Quintens ook niet vergeten werd. Romain kreeg als voorlaatste winnaar van onze maandelijkse tombola de gratis uitstap mee naar huis.
Daarna volgden gezwind de op vel gebakken zeebaars op een bedje van romige spinazie en drijvend in een heerlijk sausje (zonde om de naam daarvan te vergeten!). Het halve parelhoentje vergezeld  van vers gebakken “champignonnekes” en goudgele kroketjes ging er overal vlotjes in. Het ijs geserveerd op warm fruit was voor velen een aangename verrassing! Wijn, wit of rood, of andere nattigheid vloeide naar believen en omdat ze zo braaf geweest waren, kregen ze er als afsluiter op kosten van de clubkas nog een koffie bovenop. Bourgondische tevredenheid blonk op de gezichten en om halfvier slaagde Pierre erin iedereen naar buiten en naar huis te krijgen. Alhoewel dat laatste voor een drietal uitzonder(l)ingen blijkbaar toch nog wat te vroeg uitviel…

***

En zo eindigde deze thuismatch met tevreden trainers, spelers en verzorgers.
Het geplande en verhoopte weerzien in december in Lommel is ondertussen door covid van de kalender gevoerd, maar samen met jullie stellen wij alle hoop op januari.
Tot dan  dus bij leven en welzijn…

***

Toch nog deze uitsmijter: de oproep van Karel aan de aanwezigen om ook over hun hobby, toffe ervaringen (een reis bijvoorbeeld), interessant beroep (veearts bijvoorbeeld) of andere avonturen te komen vertellen, is blijkbaar in goede aarde gevallen: er werd al duchtig plannen gesmeed in de Valgaer! We houden het in de gaten en dat corona met heel zijn aanhang maar gauw van de aardbol verdwijnt!

Pierre

 

Foto