Koperen Passer Tienen

Club V-9

Groep Hof ter Rode



Pierre

 

 

Achter de schermen van de fotografie en… de H. Hartkliniek

Tienen 21 november 2014

Fotografie en een kliniek: een gewaagde combinatie, zeg dat wel! Maar de mannen van de Koperen Passer zijn wel wat gewend, dat bewezen ook de 22 nieuwsgierigen in de Belfiusbank aan de Hennenmarkt.

Toen de laatste twee binnengedruppeld waren, kon Carlo Diana, na een - geef toe - ietwat mistige, maar wel bewust gekozen voorstelling, van start gaan. Maar meteen had hij - en wij dus ook - al pech, geen gewone pech, maar dubbele pech: enerzijds deden de verduisteringsgordijnen niet wat zij verondersteld worden te doen, nl. verduisteren, en toen ook de zon nog voor een natuurlijke, zij het over-belichting kwam zorgen, was er op het muurscherm niet veel meer te bespeuren dan wat vage contouren van de getoonde foto’s. Gelukkig viel er op het kleine computerscherm van Carlo wel meer duidelijkheid te bespeuren. Toch een aandachtspunt voor het bestuur om in de toekomst rekening mee te houden: zorgen voor een behoorlijke verduistering van het lokaal.

Maar steunend op zijn ervaring als leerkracht ging hij onverstoorbaar verder met zijn uiteenzetting. Een fotograaf is als een schilder stelt hij: wat de een doet met verf en penseel, doet de ander met licht en camera. Licht is daarbij het allervoornaamste, niet alleen omdat er zoveel soorten licht zijn, - van natuurlijk tot infrarood, kunstlicht en zelfs zwart licht! - met elk zijn eigen waarden en mogelijkheden, maar ook om de manier waar en wanneer van dat licht gebruik wordt gemaakt: morgen-, middag- en avondlicht, het is allemaal licht, maar het ene is zachter, terwijl het andere harder is of meer sfeer schept.Voor het prille morgenlicht waren er echter niet veel kandidaten te vinden!!! Vaak is geduld daarbij een beslissende factor. We leerden ook over lenzen en hun effect op het resultaat; over de keuze voor kleur of zwart-wit, afhankelijk van het onderwerp; over het aantal personen/voorwerpen in beeld waarbij oneven beter overkomt dan even; over beelduitsnede met aandacht voor de centrale figuur; over de vaak verwaarloosde achtergrondkeuze; het grote belang van een goede compositie waarin de sterke lijnen (1/3) en sterke punten voor het nodige evenwicht in het geheel zorgen, principe waarvan ook reeds grote meesters in de schilderkunst (Rembrandt, Vermeer…) het geheim kenden en in de bouwkunst al bij de oude Grieken en Romeinen toegepast werd. We gingen ook op de knieën voor het standpunt van de fotograaf: kikker, rechttoe-rechtaan of vogelperspectief; werden gewaarschuwd voor mogelijke kakofonieën bij kleurencomposities; kregen tips bij het portretteren, o.a. de persoon steeds volledig in de schaduw zetten en bij kinderen altijd op ooghoogte werken. Ook de mogelijkheden van de computer in de fotografie, bijna onuitputtelijk en niet te vergelijken met de donkere kamer van weleer, kreeg de nodige aandacht, maar de vraag rijst dan wel of dat nog de zuivere “natuurlijke” fotografie betreft of er eerder met allerlei “truukjes” een foto wordt “ineengeknutseld”!

Al deze tips en raadgevingen - en ik vergeet er nog wel enkele - werden ondersteund met tientallen en tientallen foto’s, prachtig didactisch materiaal - de leraar in hem nietwaar! -, zowel van eigen kweek als van “vreemde” origine, verzameld tijdens zijn vele buitenlandse reizen en jureringen. We zijn ervan overtuigd dat we vanaf nu met andere ogen naar een foto gaan kijken en misschien slagen we er ook in om langzaam - want zoals Carlo terecht opmerkte: het is een kwestie van véél ervaring en véél geduld - ook betere foto’s te gaan maken. Dàt was alleszins de bedoeling van deze voormiddag!

Carlo had nog wel een tijdje kunnen doorgaan, maar het werd hoog tijd om ons naar de “Valgaer” te reppen, waar Jean voor het eten had gezorgd, allé had laten zorgen! En gewoontegetrouw werd er weer genoeglijk geknord bij kir met hapjes, zalmfilet met gebonden bieslookboter, parelhoenfilet met champignonsaus, wijn, water en koffie of thee. De jarigen van de maand - Roger en Yves - konden alvast niet klagen; de anderen trouwens ook niet!

Jammer dat we niet langer konden nagenieten, maar we moesten in allerijl naar de kliniek, niet omdat er iemand zich had overschat, maar omdat daar Martine Permantier ons stond op te wachten voor een verkenningsronde achter de schermen van de H. Hartkliniek.
Die begon eerder aarzelend, want er was wat technische ondersteuning nodig om bij de videoreportage de computer aan de praat te krijgen. Met Martine was er echter geen probleem. Zij vertelde hoe de Grauwzusters al in de 14de eeuw hun intrek namen in de stad en een huis-aan-huis ziekenzorg op zich namen. Begin jaren 1920 werden de eerste artsen ingeschakeld voor de oprichting van een particulier ziekenhuis en werd het klooster aan de Gilainstraat uitgebreid met de nodige ziekenkamers en operatiezalen. Wat daarna volgde, was een verhaal van continue groei en uitbreiding, zowel van het zorgaanbod als van de zorgcultuur. Later, midden de jaren zestig, wordt het een VZW, terwijl in 1988 een medisch centrum en dagziekenhuis in Aarschot wordt uitgebouwd. Tien jaar later wordt dan het OCMW-ziekenhuis geïntegreerd en in 2005 wordt onze kliniek omgedoopt tot Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart. Zo telt men nu drie campussen: Mariëndal, St-Jan en Medisch Centrum Aarschot.

De grote evolutie, aldus Martine, is dat de patiënten vroeger zo lang mogelijk in het ziekenhuis werden gehouden, want inkomsten verzekerd, terwijl zij nu zo vlug mogelijk “de deur uit moeten”, want er dreigen zelfs boetes bij een onnodig lang verblijf. Zowat 850 à 900 personeelsleden, waaronder zo’n 140 artsen, toegelaten en andere, zorgen voor de goede werking, en dus de goede naam van de kliniek. Topprioriteit voor het directiecomité daarbij is de patiëntveiligheid in het RZ. Zij vergeleek de werking van het ziekenhuis met een piloot die alles checkt en dubbelcheckt vooraleer van start te gaan. Elke foutmelding daarbij betekent een verhoogde vorm van veiligheid in de toekomst. En mochten er toch ergens problemen of klachten opduiken, dan kan men altijd terecht bij de ombudsdienst. Er volgden nog een paar netelige vragen, o.a. over de ziekenhuisbacterie, waarvan Martine stelde dat ze in ieder ziekenhuis aanwezig is, maar vaak wordt doodgezwegen en waarbij alleen een opperste graad van hygiëne een oplossing biedt (samen met de verrassende vaststelling dat door het blootstellen aan de kou van de buitenlucht de bacterie zichzelf uitschakelt, wat dan weer aan enkelen de laconieke opmerking ontlokte: “Stop de besmette patiënt dan een tijdje in een koelkast!”)

Dan werd het tijd voor het echte “veldwerk”! We trokken met de hele bende door de gangen van het ziekenhuis, wat bij bezoekers en personeel af en toe wel wat verwonderde blikken en gefronste wenkbrauwen opleverde, maar al bij al door Martine in ordelijke banen werd geleid. Door tijdsgebrek of ontoegankelijkheid “wegens in functie” konden niet alle afdelingen bezocht worden.

In de dienst radiologie kon dat wel en kregen we van ervaren personeelsleden de nodige, soms nogal technische uitleg bij CT, RX en MRI-apparaten. Dat laatste konden we wegens in gebruik niet van nabij “bewonderen”, maar vragen konden naar hartenlust gesteld worden. Het grote verschil tussen CT en MRI is zeker de snelheid en de precisie waarmee in het laatste geval kan gewerkt worden. En trots waren ze op de mogelijkheden en ook op de samenwerking met andere ziekenhuizen, vooral dan Gasthuisberg.

In de centrale sterilisatie-eenheid stonden we verbaasd te kijken naar de uiterste zorg die besteed wordt aan het ontsmetten, controleren en weer in gebruik nemen van gebruikte apparatuur: scharen, tangen, pincetten, scalpels…

In het operatiekwartier werden we allemaal omgetoverd tot groene marsmannetjes, hoewel er een paar meer gelijkenis vertoonden met sommige personages uit de Muppetshow!!!  Hilariteit alom natuurlijk! Over hoeveel zorg, aandacht en controle er besteed wordt aan de patiënt en de opvolging bij de verschillende behandelingen die hij ondergaat, hadden we geen flauw idee, maar dat werd voor ons door goedlachse Ingrid aan de hand van de computer uit de doeken gedaan. En nu we het allemaal weten en met eigen ogen hebben kunnen vaststellen, voelen we ons toch een klein beetje geruster!

Jammer dat de tijd vloog, terwijl er nog zoveel te ontdekken bleef. Afsluiten deden we dan in de cafetaria waar koffie, taart, een biertje of een frisdrank op ons wachtten en een prettig einde vormden van een, aan de commentaren achteraf te horen, toch wel geslaagde activiteit!

Pierre

 

Foto