Koperen Passer TienenClub V-9 |
|||||
|
RED STAR LINE VERSUS FLANDRIAVerslag 17 april 2015 Stel je voor: 17 april, een doordeweekse vrijdag in een doordeweeks stationnetje in een doodgewoon provinciestadje, laten we het Tienen noemen. In de vrij drukke wachtzaal -het is kwart voor acht in de voor sommigen nog prille lentemorgen- druppelen één na een, sommigen koppeltjesgewijs, op het eerste gezicht, en ook op het tweede, doodgewone mannen binnen. De aanwezigen slaan er geen acht op. Wanneer de meute echter blijft aangroeien en dan ook nog eens vrij luidruchtig gaat samentroepen, gaan hier en daar argwanende wenkbrauwen de hoogte in. Als blijkt dat enkelen onder hen ook nog verdachte schoudertassen meezeulen, worden de vraagtekens in de aanwezige blikken toch wel groter. Maar de grappen en plagerijen van het intussen tot 22 stuks aangegroeide mannengezelschap, brengen de meeste wachtzaalbewoners tot gerustgesteld verderlezen of dommelen. Als de Koperen Passers van Club B9 dan eindelijk treinwaarts schuiven, keert ook de stilte terug. "Allé," vindt Pol, "we hebben toch weer een opgemerkte entree gemaakt!" Vooraleer in Leuven de oversteek naar Antwerpen wordt gemaakt, vinden onze twee "Limburgers" aansluiting en is het hele gezelschap op volle getalsterkte gekomen. De NMBS zou echter haar eigenste zelve niet zijn, als zij ook nu niet voor een verrassing had gezorgd: van de door Fons zo zorgvuldig uitgekozen en betaalde voorbehouden plaatsen was geen spoor te bekennen. 't Was de schuld van de treinvormers in Genk die dachten dat ze in Tienen ook maar als gewone burgers moesten behandeld worden; die konden immers hun eigen stad nog niet besturen!!! Gelukkig was de treinwachter van dienst zo vriendelijk om de fout van zijn Limburgse collega's goed te maken door ons plaatsen in eerste klas toe te wijzen. In Antwerpen-Centraal leidde Etienne ons met zijn gekende zelfzekere hand naar de juiste uitgang, waar bus 17 ons weldra kwam oppikken. De arme chauffeur wist niet wat hem overkwam: 24 als vrouwen kwebbelende mannen samen op zijn bus, dat had hij in zijn hele carrière nog niet meegemaakt!!! Maar hij overleefde het, en wij ook, en het was met de glimlach dat hij afscheid van ons nam op de Rijnkaai, terminus voor hem, start voor ons van een druk en veelbelovend programma. In het gezelschap van een aarzelend lentezonnetje stapten de 24 moedigen dan naar het eerste doelwit van de dag: het Red Star Line Museum aan de Rijnkaai, plaats vol symboliek want de vroegere aanlegplaatsen van de Vaderland, de Zeeland, de Belgenland, enkele van de 23 schepen (hun namen eindigden alle op -land!) die tussen 1873 en 1934 miljoenen landverhuizers uit overal in Europa -vooral de huidige Oostbloklanden en bij ons vooral uit Oost- en West-Vlaanderen en Henegouwen- naar Amerika brachten. We vergezellen de passagiers op hun tocht per trein vanuit hun geboortedorp waar ze alles en iedereen achterlaten om een onbekende toekomst vol vraagtekens tegemoet te gaan. De treinreis is lang en zwaar: in vierde klasse, ver van de andere passagiers, zitten de emigranten opeengepakt in onverwarmde wagons op houten banken. Ze kunnen zich niet wassen of verzorgen en worden onderweg regelmatig gecontroleerd op luizen en ziekten. Na een verblijf in Antwerpen van enkele dagen, soms weken en alweer uitgebreide zowel medische als administratieve controles in de Red Star Line gebouwen met ook het risico van teruggestuurd te worden, beginnen ze aan de overtocht, de benedendekkers in vaak onmenselijke omstandigheden in tegenstelling tot de meer begoede "bovendekkers", die in luxe baden met een eigen kajuit, rijkelijk eten en 's avonds volop entertainment. Bij aankomst in Amerika worden ze op Ellis Island nog maar eens gecontroleerd en pas wie daar wordt goedgekeurd, kan vertrekken naar zijn eindbestemming. Het Red Star Line Museum brengt de geschiedenis van bijna 2 miljoen passagiers, landverhuizers maar ook eersteklaspassagiers tot leven, en dat in de historische loodsen zelf: het geeft wel een heel apart gevoel over dezelfde vloeren te lopen, voorbij dezelfde muren en over dezelfde trappen waar zovele gelukszoekers zoveel jaren geleden passeerden op zoek naar een beter leven. Hun verhaal wordt zichtbaar en voelbaar gemaakt door de authentieke gebouwen, de vele verhalen, getuigenissen en de persoonlijke souvenirs van Red Star Line passagiers.
En dat migratie een internationaal verhaal is, niet alleen van vroeger maar zeker ook nog van nu, was na dit bezoek wel overduidelijk! Jammer dat we wegens tijdgebrek op het einde de videofilm moesten missen of in het Magazijn niet zelf op zoek konden gaan naar mogelijk uitgeweken voorouders; onze gids was weer eens niet te stoppen! Op een drafje dan maar naar Dock's Café waar Jean weer voor een culinaire versteviger van formaat had laten zorgen en de jarigen het glas mochten heffen op een lange en zonnige toekomst! Dat de haven van Antwerpen de tweede grootste van Europa is en tot de top 10 ter wereld behoort, kan ons na deze rondvaart niet meer verwonderen bij het besef dat zo'n 15.000 zeeschepen en ruim 64.000 binnenschepen de haven aandoen. Als men de haven bezoekt van op de "wal", maakt men kennis met de "buitenkant", maar van op het water zit men er middenin; en dat maakt een wereld van verschil! Onze gids, Johan Dieleman, wist er alles van. Alsof het niks was, loodste hij ons woordelijk gedurende een tocht van ruim twee uur doorheen het indrukwekkende "landschap" van deze moderne wereldhaven. Namen van dokken (Bonaparte-, Kattendijk-, Delwaide-, Hansedok), sluizen (Royersluis, Van Cauwelaertsluis, Zandvliet- en Berendrechtsluis), bruggen, sommige als kathedralen zo hoog: hij kent ze allemaal en vertelt erover als waren ze zijn eigenste familie… Ondertussen passeert bijna op armlengte afstand een "bootje" van enkele voetbalvelden lang en met een bagage van enkele duizenden containers… Of schuift plechtig Brabo (niet die met het handje!) aan ons voorbij waarmee moeilijk losbare vrachten op de stroom kunnen behandeld worden; onze gids noemt hem bijna liefkozend "de handige jongen van onze haven"! Roll-on-roll-off laadbruggen tillen containers met het gemak van een luciferdoosje omhoog en stapelen ze netjes tot torenhoge muren. Hijskranen in alle modellen en vormen zwaaien rusteloos heen en weer, altijd op zoek naar nieuwe prooien. Indruk maken ook de reuzentankers die aangemeerd liggen aan chemische bedrijven (Bayer, BASF, Solvay) en aardolieraffinaderijen (Esso, Total). Aardolie wordt wel aangevoerd in kleinere tankers of via pijpleidingen. De gestage groei van het containervervoer heeft geleid tot altijd meer gespecialiseerde terminals die steeds sneller en efficiënter containers kunnen behandelen. Dat brengt echter met zich mee dat de haven ook steeds meer uitbreiding zoekt. Het Deurganckdok, de nieuwe terminal op de linkeroever van de Schelde, is daar een sprekend voorbeeld van. En een volgend project staat al in de steigers: het Saeftinghedok in de gelijknamige zone, een gebied van duizend hectaren dat ingepland staat als havengebied op de linkeroever van de Schelde. Nu oogt het nog een rustig en vredig natuurgebied, tot… Die uitbreiding gebeurt echter niet altijd zonder slag of stoot: zie Doel, zie Oosterweel met het eenzame kerktorentje, schamel restant van de grote slokop die zo'n wereldhaven toch wel is… Terug bij de Londenbrug bleek iedereen toch opgetogen over de kennismaking met deze fascinerende waterwereld. De Red Star Line zette destijds miljoenen mensen vanuit Antwerpen op weg naar een nieuwe toekomst, de haven nu zorgt dan weer in modernere tijden voor de aanvoer van miljoenen tonnen vracht: de balans in evenwicht zeker? Toch weer een dag om niet vlug te vergeten en tot ergens in de "Vurige Stede"!!! Pierre |
|
|||