Koperen Passer TienenClub V-9 |
|||||
|
LUIK IN DUPLO!Verslag 22 mei 2015 Op vrijdag 22 mei was het weer zo ver: de mannen van de Koperen Passer -en alleen zij deze keer!- trokken weer op uitstap. Onze nationale weerman had zowaar droog en zelfs zonnig weer in de aanbieding, wat het alleen nog maar plezanter maakte natuurlijk! Ze waren allemaal goed op tijd deze keer, zelfs Victor en Pol, onze traditionele hekkensluiters! Jammer dat Jacques in laatste instantie de microben niet de baas kon en noodgedwongen moest forfait geven. In Landen was het even paniek toen Raymond van geen kanten te bespeuren viel, maar er uiteindelijk voor geopteerd had om een paar wagens verder alle voor ons gereserveerde plaatsen (die wij bij het vertrek in Tienen niet toegewezen kregen) voor zichzelf alleen op te eisen. Tot grote frustratie van een overijverige Franstalige conducteur! Gelukkig kan Raymond een aardig woordje Frans “parleren”, zodat hij uiteindelijk het pleit won!!! Tenslotte raakte de hele toestand toch nog genormaliseerd en bereikten we zonder averij de Vurige Stede. Veel te vroeg, maar dat werd vakkundig opgelost met een “Café Liégeois” in Calatrava’s meesterwerk. Voor een reis terug in de tijd hoefden we ons niet ver te verplaatsen: Guillemins bood immers in het kader van de herdenking van de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog ook onderdak aan de prestigieuze tentoonstelling “Ik was 20 in 14”. En prestigieus was en is ze, want wordt verlengd! Over een oppervlakte van 4000 m2 en een parcours van 800 meter wachtten ons treffende en waarheidsgetrouwe taferelen, verspreid over 7 thema’s, van de vooroorlogse Belle Epoque en de oorsprong van het conflict in Sarajevo tot de wapenstilstand ondertekend in een treinstel in het bos van Compiègne en het definitieve einde van de oorlog door de vrede van Versailles in 1919. Grandioze decors, indrukwekkende reconstructies en een grote collectie authentieke verzamelobjecten zowel van particulieren als uit musea in België en verschillende Europese landen dompelen ons onder in de sfeer van inval, bezetting en bevrijding. Enkele van deze historische voorwerpen die mij bijzonder zijn bijgebleven: het pistool waarmee de aanslag op de Oostenrijkse kroonprins en zijn gade werd gepleegd; de kleine, draagbare schrijftafel met allerlei geheime documenten van de generale staf; de zetel van de Kaiser; de huls van het Duitse kanon “Dikke Bertha” voor het eerst gebruikt tegen de Luikse forten; het grendelgeweer met periscoop om te schieten vanuit de loopgraven; de eerste kogelvrije vesten; de primitieve gasmaskers; het draagbaar altaar om de mis op te dragen in de loopgraven; de chirurgische instrumenten om gewonden te verzorgen in de veldhospitalen; de “moulages” en protheses voor door kogels en granaatscherven verminkte aangezichten; protheses voor weggeschoten armen of benen… Kippenvel krijg je als je door de hyperrealistische 30 meter lange loopgraaf loopt met aangrijpende licht- en geluidseffecten; als de kanonskogels fluitend voorbij gieren en met een doffe knal inslaan; als je bij het schrille fluitsignaal mee ten aanval trekt; bij de platgebombardeerde en afgebrande huizen tot in de kleinste details gereconstrueerd… Stomverbaasd kom je midden in een luchtgevecht terecht op een 180°-scherm met de beruchte en geduchte “Rode Baron” in de hoofdrol… Je gaat bijna meedansen op de tonen van de “Madelon” en je loert -al of niet stiekem!- eens binnen in een beroemd Parijs cabaret… En er was nog zoveel meer, te veel om te onthouden, zeker voor iemand die 20 was in 1914 !!!... Aan het eind van je tocht ontdek je dan een land dat “wakker wordt” in een totaal getransformeerde wereld waarin de sporen van het conflict slechts moeizaam worden uitgewist… Blij dat de “Concordia” in de rue Guillemins verpozing bracht met wat verteld wordt de beste “américain” van België te zijn! En ik geloof dat de kenners er niet ver naast zaten!!! Samen met de “rondhangertjes”, de sympathieke bediening en… het feit dat we eens niet moesten “hossen” om tijdig op de volgende afspraak te zijn, maakten het plaatje compleet! Klaar dus voor Luik 2. In het “Museum van het Waalse Leven Espace Saint-Antoine” wachtte “Luik in het oog van de Storm”. Dat we die storm moesten trotseren in het aangename gezelschap van onze gids Celine Pinte lokte bij niemand enig protest uit! Zij loodste ons vakkundig door zes verschillende “kamers”, elk in een andere kleur geschilderd en met een centraal thema in de belangstelling. Omdat wij al een tamelijk rijkgevuld “oorlogsverleden” achter de rug hadden, kon zij gemakkelijk aanknopingspunten vinden met de verschillende thema’s, op één keer na althans waar wij met onze aandacht blijkbaar niet goed bij de les waren geweest!!! In de eerste “kamer” maakten we kennis met Luik, “een stad die naar aanleiding van de wereldtentoonstelling van 1905 dapper meespeelde op de speelplaats van de groten en duidelijk de status van internationale metropool opeiste”, een stad die leefde in dezelfde belle époque-sfeer die we ook in “Ik was 20 in 14” al terugvonden. Een tweede ruimte behandelde de mobilisatie van 29 juli 1914, met aan de ene kant bij de bevolking een sfeer van ongeloof en gelatenheid (de Duitsers zouden het neutrale België toch niet binnenvallen!), en anderzijds het besef bij de militaire generale staf dat alle verdedigingsmaatregelen veeleer symbolisch waren en niet echt doeltreffend, alleen bedoeld om zo lang mogelijk de voortgang van de vijand te hinderen. In “kamer” drie wordt ons een symbolische reconstructie van de fortengordel rond Luik getoond en doet Cecile ons haarfijn en in een hartverwarmend en meer dan behoorlijk Nederlands de Duitse inval uit de doeken, de weerstand van de Belgische troepen, de terugtocht onder de leiding van generaal Leman, gevolgd door de stelselmatige aanvallen voornamelijk langs de schaarser verdedigde achterkant van de twaalf forten en hun uiteindelijke overgave. Een volgende ruimte toont ons dan de uittocht uit Luik en later ook uit Antwerpen na de val op 10 oktober, waarbij een ware vluchtelingenstroom, burgers zowel als militairen, naar het neutrale Nederland op gang komt, waar zij worden opgevangen in barakkenkampen en later tewerkgesteld in de landbouw en verschillende nijverheden. De Duitsers zien het met lede ogen gebeuren en proberen de grens af te sluiten met onder elektrische stroom geplaatste prikkeldraad. Zaal vijf vertelt over de reactie op de schaarste aan goederen waarbij de absolute prioriteit was voedsel te vinden. Er ontstonden talloze initiatieven van de overheid (het Nationaal Hulp- en Voedselcomité) en privépersonen. Ook het verzet, eerst passief en daarna actief, stak de kop op. Als na 1 560 dagen op 11 november de strijd wordt gestaakt, start meteen een tijd van onzekerheid zowel voor de overwinnaars als de verliezers en ontwaakt men stilaan uit een verschrikkelijke nachtmerrie. De laatste herdenkingsruimte is dan nog toegespitst op de sporen en de herinnering aan de Grote Oorlog in Luik en zijn provincie. Traditiegetrouw ruim over tijd verlieten we in het gezelschap van onze “guide Celine” deze voormalige Franciscaner kerk uit de 13de eeuw om in “Le Petit Paris” (zoek niks achter de naam!) en nadien nog op het terras van Gare Guillemins ons (alreeds) vijf seizoenen Koperen Passer naar ieders believen af te sluiten. We hopen dat Fons, die ons na de storm had verlaten om zich spoorsgewijs naar andere verplichtingen te begeven, niet te erg zal verschieten bij het nazicht van de rekeningen… Na een rustige treinrit die ons zowaar stipt op tijd in Tienen Centraal deponeerde, kijken we al uit naar de definitieve seizoen afsluiter met het quizdiner op 19 juni in Le Damison. Tot dan en het ga jullie goed ondertussen…Pierre |
|
|||