|
|
Hop-on, Hop-off naar den berg van Krumme Trien… of "Doë zên die êzels van Schoerebeik!"
Een verhaal van overstappen, loketten, vijf huwelijken, Leonieke, speenvarkens in een Castiliaanse kelder, zure kersen en heel veel treintjes… (Vrijdag 16 december 2016)
In een eeuwenoud stationnetje (1841), ’s morgens in de relatieve vroegte, grepen groepjes grijze mannen gretig de glanzend gepoetste grijpstangen en golfden grijnzend de gore gaanderijen door, ogenschijnlijk gespannen gebeten door de geplande gapende gereserveerde gezetenheid. Het nog aanwezige ochtendgrauw goot enige kleur over deze groep spoorfanaten en koperen Märklinmannetjes. Herinneringen van kwartjes verpletterd op spoorrails en de eerste treinreis naar Blankenberge dwarrelden couponsgewijs door hun hoofd. Moe geteld herinnerde de rijzige secretaris zijn vlucht van zestien warrige regenwulpen denderend aan het dagprogramma… “Wat vertrekt er eerst? De trein of het station?” “De quiz is er pas in juni!” “Zou Nols nog leven?”… “Neen, Jean… die is al 12 jaar dood”… “Wie was Colignon?” “Dat staat onderaan het verslag… Rik!” En kijk… zelfs de trein vertrok… Ik dacht niet aan die spoorgids van Johan Daisne. Ik dacht wel net zoals vorige nacht aan entropie. Soms is entropie een vervelend probleem. Zo kan het reisschema van de NMBS entropische kenmerken hebben: een soort chaos in de orde die er ogenschijnlijk ooit was. Ervaren treinreizigers noemen dat - in eerste klasse althans - de ‘mislopelijkheid’ der dingen. Wie vroeger op de houten banken van de derde klasse zat, zou nu met de vorige trein vertrekken. Wij daarentegen reden met de gebruikelijke NMBS-vertraging van vijfenveertig minuten en niet voorbehouden zittend in elk geval eerst richting Plopsaland en na Leuven richting Pari Daiza om dan via stops in Herent, Veltem, Erps-Kwerps, Nossegem en Haren-Zuid in het gehavende station van Schaarbeek af te stappen. Tram? Geen Tram! Twintig minuten wandelen door de Prinses Elisabethlaan, de Berenkuil en de Maarschalk Fochlaan. Daar was de grote kerstboom, het ‘statige’ gemeentehuis van Clerfayt en even later tussen de huwelijksstoeten door Leonieke Karlas, de gids(e?). Een welbespraakte allochtone (uit Nederland ooit) en met heel wat tandjes (zei iemand). Het gemeentehuis van Schaarbeek is ooit via keroseenvarkensblazen in brand gestoken en door de zoon van de architect herbouwd. Het telt veel glasramen met enthousiasmerende woorden zoals abnégation, équité, natalitas, senectus, assiduité en… kortom heel veel (zie foto’s later deze week). Er is een mooie trouwzaal, waar wij uit verjaagd werden door de schepen van burgerlijke stand, Bertrand Guillaume… een echte francofone Belg naar het schijnt en een achterkleinzoon van een griottenboer. Nols’ lokettenzaaltje hebben we ook van boven kunnen bekijken. Zijn borstbeeld stond ook ergens. Uit een bezoek aan het kantoor van de burgemeester bleek dat die ook van ezels hield en verder nogal veel papieren nogal slordig op zijn werktafel liet liggen. Ik kan u verder vertellen dat er in 1775 weinig boeren woonden in Schaarbeek en dat er nu 16 000 zijn per vierkante kilometer, inwoners dus van Schaarbeek en op 8,5 vierkante kilometer. Verder heb ik onthouden dat er een wijk is die ‘Mon Plaisir’ heet, maar ik weet niet waarom. Ooit was er een sportpaleis, een koninklijke as - maar de gids(e?) was niet erg goed in kaart lezen en was soms het noorden kwijt. Paul Denef - die later op de dag ter spraken kwam en petit comité - vertelde me dat iemand die het noorden kwijt is, daarom ook de andere windstreken niet kan vinden en dus flink in de war is. Wat ook kon gezegd worden van het haar van ons Leonieke. Vijf huwelijken verder staken we de straat over naar ‘La Cueva di Castillia’ waar ons een rijkelijk overgoten Spaans lunchfestijn werd geserveerd door een verre neef van Manuel uit Barcelona. Vijfduizend stappen verder bezochten we dan het schitterende nieuwe Belgische treinmuseum: Train World. Ik vond het echt een schitterend museum. 10/10 over heel de lijn. Ik hoop dat de foto’s de herinnering nog een beetje opfrissen. Iedereen leek me zeer enthousiast. Twee cola’s, vier fruitsapjes, 19 Duvels, 33 Chimay’s, één plat water en enkele Carlsberg’s later, doken we dan de nacht in op zoek naar een trein: richting Tienen. En ja hoor, na enkele perronwisselingen vlijden we ons neer in eerste klasse, waar we andermaal verjaagd werden om na vijf tussenstops in Leuven te belanden. De trein naar Landen [;-)] bracht de kopgroep dan iets vroeger van Leuven naar Tienen. En ja hoor… geachte leden van de Raad van bestuur het was weer een geslaagde dag. Morgen word ik 68 en maak ik een aanvullende planning voor de rest van mijn leven. In januari ga ik naar Hasselt en dan is Jingle Bells en ‘eppienoejier’ gelukkig weer achter de rug. Ik weet nu al dat Etienne op 20 januari mij verhalen zal vertellen uit het rijke Tiense leven… dat Pierre zoals steeds af en toe bezorgd zal rond kijken en dat Fons misschien zeker opnieuw mee op stap zal gaan…
Tot in Hassselt en/of misschien vroeger…
Ludo
1 Schaarbeek stond voorheen bekend om de teelt van de Schaarbeekse krieken, een variant van de zure kers. De Schaarbekenaars hadden het privilege om hun fruit op ezels naar de Brusselse markt te brengen om ze daar aan de producenten van kriek te verkopen. Wanneer de kriekenverkopers aankwamen, riepen de Brusselaars: "Hei! Doë zên die êzels van Schoerebeik!" (Hee, daar zijn die ezels van Schaarbeek!). Op een bepaald ogenblik zouden er zelfs evenveel ezels als mensen in Schaarbeek gewoond hebben. In Schaarbeek worden nu geen krieken meer gekweekt, maar de herinnering hieraan is niet verloren gegaan: er is een Kerselarenstraat, een Morellebomenplaats. Kerselaars zijn aangeplant in diverse straten van de Diamantkwartier (Milcampslaan, Emile Maxlaan en Felix Marichallaan) en er bestaat een cultureel centrum De Kriekelaar. In het Josaphatpark worden wel nog ezels gehouden en Schaarbeek blijft bekend als 'de ezelsgemeente'.
2 Het Colignonplein is een plein in de gemeente Schaarbeek in het noordoosten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het plein ligt op het einde van de Koninklijke Sint-Mariastraat, die het verlengde is van de Koningsstraat en begint aan de Koninklijke Sint-Mariakerk. Op het plein staat het gemeentehuis van Schaarbeek, opgetrokken in Vlaamse neorenaissance, omgeven door laat-19de-eeuwse woningen. De plaats lag ooit midden in de velden en heette ‘Den berg van de Krumme Trien’, maar kreeg later de naam van de bezieler van het gemeentehuis, Achille Colignon. Hij was luitenant-generaal in het Belgisch leger en instructeur op de Koninklijke Militaire School in 1841, werd na zijn militaire carrière in 1877 liberaal gemeenteraadslid van Schaarbeek, en diende van 1879 tot 1891 als burgemeester. Hij was daarnaast ook de uitvinder van het waterkanon.
3 Het gemeentehuis van Schaarbeek is een imposant gebouw dat dient als de zetel van het gemeentebestuur van Schaarbeek. Het werd gebouwd op een plek met de naam "den berg van de krumme trien", toen nog helemaal buiten de stad, nu het Colignonplein.
Het gebouw in Italiaans-Vlaamse neorenaissancestijl heeft een 65 meter hoge toren en werd ontworpen door architect Jules Van Ysendyck (1836-1901), die de door de gemeente georganiseerde wedstrijd won. De eerste steen werd gelegd op 15 maart 1885 en op 21 juli 1887 - de nationale feestdag - ingehuldigd door koning Leopold II. In de nacht van 16 op 17 april 1911 werd het gebouw gedeeltelijk vernield door een waarschijnlijk met opzet aangestoken brand. Maurice Van Ysendyck, zoon van de eerste architect, werd belast met de wederopbouw (1912-1915). Binnen is het gemeentehuis rijk aangekleed met sculpturen en houtwerk. Glasramen van onder meer Louis de Contini, Charles Baes en Colpaert vertellen de geschiedenis van Schaarbeek. Werk van lokale kunstenaars als Eugène Verboeckhoven (1798-1881), Alfred Verwée (1838-1914), Joseph Coosemans (1828-1904) en Herman Richir (1866-1942) is aanwezig in de gangen en kantoren. Het gemeentehuis werd op 13 april 1995 bij Koninklijk Besluit geklasseerd als onroerend erfgoed.
4 Train World is het Belgisch treinmuseum van de NMBS, gelegen in en aan het station van Schaarbeek. Het museum werd door Koning Filip op donderdag 24 september 2015 geopend. Het komt in de plaats van het vroegere museum in het Noordstation, de stelplaats van station Leuven en bevat ook delen van andere collecties. In totaal zijn er over 8.000 vierkante meter 22 stuks rollend materieel tentoongesteld. Daarnaast zijn er talloze maquettes en meer dan 1.200 voorwerpen, net als een originele brug uit de 19de eeuw. |
|
|