|
|
AI WEIWEI - EUGEEN VAN MIEGHEM: parallel of controverse?
Antwerpen, 19 januari 2018
Eentje plots aan zijn bed gekluisterd (Fons ocharme), eentje die zelf voor de aansluiting in het FOMU zou zorgen (de Ludo), en dus waren we met 26 (19 m/ en 7 v/) om uit de koude ochtend de warme Olympia (Gunther had hem goed warm gestookt!) in te duiken! Waren wij toch wat bevreesd voor het haast onvermijdelijke fileleed, onze chauffeur opteerde onvervaard voor de confrontatie! En hij kreeg tot onze blije verbazing nog gelijk ook: haast in recordtijd deponeerde hij ons op een van de kaaien van de koekenstad vlak bij het FOMU, ons eerste doelwit van de dag. Véél te vroeg dus en bijgevolg genoodzaakt op speurtocht te gaan naar een of ander etablissement waar de loze tijd een beetje aangenaam kon opgevuld worden. In “Het soete brood”, op slechts een paar stappen van het museum, waren ze maar wat blij toen ze ons zagen komen! Daar kwam ook Ludo de gelederen vervoegen!
Maar even terug nog naar de busrit, die op een bijzonder verrassende manier opgeluisterd werd door Jean. Hij had in alle stilte en in zijn eigenste typische bescheidenheid volgende tekst t.a.v. het bestuur voorbereid en wilde die graag voor de micro ten gehore brengen, tot stijgende hilariteit van de bij-het-complot-betrokken-Passers:
Beste Bestuur
Hier zijn we weer, voor de tweede keer, en steeds met hetzelfde woord: DANK U.
Dank u voor het geleverde werk, voor de super organisatie, voor de fijne samenwerking, voor de goedgekozen uitstappen, en vooral de toffe sfeer.
Wij zijn zo fier op onze vier musketiers.
Voor de nieuwe leden stel ik ze even voor: Dartajean: onze stille maar doeltreffende “Président”, altijd zoekende naar de beste restaurants.Alfonsos: de man met de centos, de gulle weldoener tijdens de extra muros.Pierthos: de secretaros, een vloeiende pen, een rijke woordenschat, een fijne humor… een puur genot.Tienaramos: de snuffelaar, de wandelende encyclopedie, altijd op zoek naar de leukste en nieuwste belevenissen: deze man kunnen we ook niet missen.
Beste musketiers, vandaag is ook jullie tweede wens vervuld: de vrouwen zijn erbij!!!
En toen kregen de geviseerde, totaal verraste en tot tranen toe bewogen (!) “musketiers-bestuursleden” een ferme fles Crous Saint-Martin Châteauneuf du Pape uit 2015 cadeau. En die vrouwen? Die werden veiligheidshalve om hartritmestoornissen, bloeddrukval en ander dergelijk onheil te voorkomen, slechts met foto op de achterzijde van de flessen aangebracht. Wie de mooiste “fles” kreeg? Klein pierke mag het weten, maar van belang is het helemaal niet: het was een mooi gebaar, oprecht gewaardeerd, en zoals gezegd: helemaal niet nodig! Dat julliecontent zijn, daar is het ons, musketiers, om te doen met de leuze van onze club indachtig: “Allen voor één, één voor allen!” Bedankt, Jean, voor het initiatief, bedankt iedereen voor de geste!
Terug nu van “Het soete brood” naar het “FOMU”, waar Ai Weiwei op ons hing te wachten. Een halve groep werd toevertrouwd aan de goede zorgen van Geertje, de andere trok op ronde met Gwendolyn, een neofiet in het vak, maar het brave kind deed hard haar best. De interactie leverde alleszins geen probleem op! Achteraf vernam ik dat het de bedoeling is dat de gidsen in dialoog gaan met de groep en hierbij gebruik maken van een speciale gesprekstechniek (waarvan de Engelse naam mij ontsnapt!):met simpele vragen worden de deelnemers gestimuleerd om nauwkeurig te observeren en te formuleren wat zij zien.
Voor de eerste keer is een fototentoonstelling van deze Chinese kunstenaar en activist in België te zien. In “MIROR” toont hij duizenden foto’s die hij maakte door de jaren heen. Steeds weer terugkomende thema’s zijn onderdrukking en de vluchtelingencrisis.
Ai (naar Chinese gewoonte wordt zijn familienaam eerst geschreven), dikwijls gekarakteriseerd als een Chinese “dissident”, kreeg het vaak aan de stok met de autoriteiten wegens zijn kritiek op mensenrechtenschendingen en machtsmisbruik. Dat resulteerde in huisarrest en het afnemen van zijn paspoort. Pas na 600 dagen kreeg hij dat terug in 2015. Sinds twee jaar woont hij nu n Berlijn en kan hij opnieuw de wereld rondreizen (behalve naar China dan!) en tientallen bezoeken brengen aan vluchtelingenkampen over de hele wereld, waarover hij trouwens ook een film maakte: “Human Flow”, vanaf 24 januari in de zalen.
Als artiest en architect onder meer bekend van het Olympische Vogelneststadion in Beijing, is in zijn werk een belangrijker rol weggelegd voor fotografie; daarvan getuigen de duizenden foto’s op deze tentloonstelling en de selfies en snapshots op sociale media. Uit een artikel over hem noteerde ik de volgende gevatte samenvatting van zijn werk:
“Op Twitter en Instagram legt hij zijn leven vast onder constant toezicht van de overheid, documenteert hij zijn kunstenaarschap en de mensen die hij ontmoet, maar toont hij ook zijn betrokkenheid bij actuele maatschappelijke kwesties zoals de vluchtelingencrisis.”
Van deze tentoonstelling bleven hangen in mijn geheugen: bij de ingang de selfie die hij maakte in de lift van een hotel toen hij midden in de nacht werd opgepakt (“Illumination”); de muren haast oververzadigd van beelden (artistieke foto’s kan je het moeilijk noemen!); opnamen op plaatsen waar hij bespied werd door undercoveragenten, schrijnende beelden van hoe men in China in zijn geval poogt te intimideren en angstig te maken; een hele muur met portretten van Irakese vluchtelingen (het deed me even terugdenken aan de portrettenmuur in de Dossinkazerne in Mechelen); de portretten van honderden Chinezen die hij maakte ter gelegenheid van “Documenta” in Kassel; de reeks met de unieke haarkapsels; maar vooral de reeks “Study of Perspective”, de selfies die hij maakte op bekende plaatsen, symbolen van nationale trots, waar zijn opgestoken middenvinger treffend zijn hele werk symboliseert: “kritisch, onbevreesd en ironisch” .
Na de rondleiding mochten we van Gwendolyn nog even naar de bovenverdieping, waar een tentoonstelling liep met de moeilijke naam: “Ebifananyi”. Uit de folder bleek dat dit in het Luganda een zelfstandig naamwoord is afgeleid van het werkwoord “Kufanana” (lijken op), dat zowel naar tekeningen, schilderijen als foto’s kan verwijzen. Het getoonde beeldmateriaal is een verzameling van werk van Oegandese fotografen en historische foto’s van Westerse kolonisten en missionarissen. Zonder gids biedt deze tentoonstelling echter weinig inzicht! Dus gauw weer naar beneden waar de tweede groep nog even op zich liet wachten vooraleer we konden opstappen naar de ons stilaan vertrouwde “Brasserie Dock’s” aan de Jordaenskaai. Wist je dat ongeveer op deze plaats destijds de eerste kantoren van de Red Star Line stonden, waar miljoenen passagiers, meestal arme landverhuizers, zich lieten registreren op weg naar de Verenigde Staten?
Nadat Gerard en Gaston,onze jarigen, bij het aperitief de traditionele ovatie en wensen welwillend in ontvangst hadden genomen, kwamen een pittig currysoepje, een lekkere brok haas van de schelvis - dat eigenlijk zalm had moeten zijn en die ik zonder aarzelen bij de kabeljauw rangschikte maar door een ervaren visser als Jean duidelijk als schelvis werd herkend -, vergezeld van knapperige snippertjes prei, genesteld in een bedje puree en drijvend in een heerlijk sausje dat ik, wijsneus, catalogeerde als mousseline, wat dan weer onmiddellijk door Lut in twijfel werd getrokken. De koffie viel een beetje magertjes uit: er had voor de lekkerbekken wel een kleine versnapering bij gemogen. De rode wijn werd door Pol bij Vivino getest en goed bevonden voor een score van 3.6/5. Niet slecht op een simpele werkdag!Toevallig zat ik aan het eind van de rij tafels strategisch goed geplaatst om het resultaat van heel het gebeuren stiekem gade te slaan. Toen ik de lange rij lege borden bemerkte, wist ik dat het goed was geweest… en dus stilaan tijd voor onze volgende afspraak.
Tijdens de wandeling daarheen kon onze gehandicapte Etienne, zoals eigenlijk de hele tijd al, maar al te graag en royaal gebruik maken van de bezorgde steun van Lucette, wel te verstaan onder het goedkeurend oog van hare Fons die het allemaal rustig liet betijen!
Op dus naar Eugeen Van Mieghem in het Redershuis aan de Ernest Van Dijckkaai, schuin tegenover Het Steen, waar Luc Spreeuwers onze gids zou zijn. Hij ontving ons alsof we bij hem thuis op de koffie kwamen: het witte hemd met openstaande kraag en de mouwen omgeslagen! Zijn hele verschijning straalde rust en gemoedelijkheid uit, wat het hele bezoek nog aangenamer maakte.
We kregen al direct een beeld van waaraan we ons de volgende twee uur mochten verwachten: een overzicht van het leven van Van Mieghem, een bezoek aan het Redershuis en een bespreking van een aantal werken in het museum, waar ook ons bezoek van start ging.
Geboren in het hartje van de haven (1 oktober 1875) waar zijn moeder een herberg uitbaatte en zijn vader als scheepsbevrachter de kost verdiende, groeide hij op in een omgeving waarin de Schelde opnieuw vrije doorvaart kreeg en al snel uitgroeide tot een wereldhaven, een kleurrijke wereld van landverhuizers, schippers, dokwerkers, matrozen, zakkenmaaksters, havenkinderen en klaplopers, volk dat hij dagelijks zag passeren in moeders café en op de kaaien. “Deze beklijvende omgeving,” schrijft Erwin Joos, conservator van het museum, “zou zijn later kunstenaarschap determineren.”
Al op de lagere school toonde hij zijn belangstelling voor het tekenen en later werd hij leerling aan de Antwerpse academie. Omdat hij echter niet wilde plooien voor het strenge academische onderricht (hij tekende liever de medeleerlingen dan levenloze modellen!), werd hij daar weggestuurd door dezelfde professor die enkele jaren eerder ook al Vincent Van Gogh had ontslagen! Hij ging dan maar werken in dienst van zijn vader als scheepsbevrachter in de havenbuurt waarnaar de familie intussen verhuisd was: het Eilandje. Dat nieuwe café bevond zich in de Montevideostraat recht tegenover de Red Star Line waar elke dag honderden mensen passeerden op weg naar een beter bestaan in de Nieuwe Wereld.
Uit zijn huwelijk met Augustine Pautre, een Brussels meisje dat lessen volgde aan de Antwerpse academie, werd een zoontje geboren dat naar zijn vader Eugeen genoemd werd. De eerste huwelijksjaren waren allesbehalve wittebroodsweken voor het jonge koppeltje. Koppig en nukkig zocht hij geen contact met potentiële kopers van zijn werk of kunstcritici, en de Antwerpse rijke burgerij vertikte het ook werk te kopen waarin armoede en vluchtelingenmiserie, zo tegengesteld aan hun eigen chique wereldje, zo treffend werden blootgelegd. Om toch wat geld in het laadje te brengen, poseerde Augustine niet alleen voor haar man, maar ook voor zijn kunstvrienden. Na haar veel te vroeg overlijden -zij stierf aan tuberculose op nauwelijks 25-jarige leeftijd- bleef het lange tijd stil rond de kunstenaar. Daarna volgde geleidelijk de internationale belangstelling via contacten met andere kunstenaars en tentoonstellingen in binnen- en buitenland, die echter abrupt werden afgebroken door de Eerste Wereldoorlog. Op 45-jarige leeftijd -hij begon toen al te sukkelen met zijn gezondheid- huwde hij, erg tegen de zin van zijn zoon, opnieuw met een 20 jaar jongere vrouw, huwelijk dat slechts een paar jaren standhield en uiteindelijk uitdraaide op een scheiding. Met zijn gezondheid ging het ook steeds achteruit -hij verbleef herhaaldelijk in een sanatorium- en op amper 54-jarige overleed hij aan een hartaderbreuk in het Antwerpse Stuivenberggasthuis.
“Na zijn dood wordt zijn oeuvre nog getoond in groepstentoonstellingen over heel Europa, maar na W.O. II verdwijnt zijn werk in de vergetelheid tot in 1982 de Eugeen Van Mieghem-stichting werd opgericht. Sindsdien werden talrijke succesvolle retrospectieve exposities ingericht over heel Europa en in de Verenigde Staten.”(Uit een folder)
Na deze kennismaking met de schilder, mochten we met Luc op verkenning in het Redershuis, waar, na enkele rondzwervingen, het museum sinds enkele jaren definitief is ondergebracht. Een succesvolle scheepsmakelaar liet dit uitzonderlijk herenhuis aan de Antwerpse rede bouwen. Beroemde architecten en decorateurs toverden het gebouw om tot een echt pareltje waarin arts § crafts en art nouveau overal om het hoekje komen gluren, Venetiaanse en Japanse trekjes terug te vinden zijn en ook de vrijmetselarij haar duit in het zakje doet! Vele jaren was hier ook het tweesterrenrestaurant “La Rade” gevestigd (waar onze Ludo nogal eens te gast was!). Nadien kwam het in handen van de Koninklijke Belgische Redersvereniging met kantoorruimte op de bovenverdieping en opende Koning Albert II in 2010 op de benedenverdieping het E. Van Mieghemmuseum. Als je buiten staat, zou je nooit vermoeden dat het huis zo mooi en rijk versierd is.
Ons bezoek startte op de vroegee binnenkoer die als overdekt atrium werd ingericht; we kregen er een prachtig zicht op de uitgebouwde erker die dat eigenlijk niet was; op de moderne loopbruggen tussen de bovenverdiepingen (een knipoog naar scheepsloopbruggen) en de achterbouw, waar kantoorruimtes werden ingericht. Dan kwamen we in de traphal met de beglaasde binnengevel in art-nouveaustijl, de dubbele voordeur, die alleen maar diende om de rijke schijn op te houden maar slechts voor de helft kon geopend worden; het speciale, op maat gemaakt Lincrusta-behang met de grote irissen. Op weg naar boven passeren we de prachtige binnengevel met de glas-in-loodramen.
Op de eerste verdieping komen we bij de pronkstukken van het huis. De grote kamer met de koepelruimte en de wat protserige troon omringd door glas-in-loodramen, de lambriseringen, de marmeren schouw, het lederen behangpapier (in Spanje bewerkt en teruggebracht om hier de muren te tooien) …Dat de vroegere eigenaar en zijn architect vrijmetselaarswaren, heeft hier zijn sporen nagelatenen dat merken we In de grote zaal: de adelaar boven de schouw, de driehoekige symbolen overal, slechts herkenbaar voor de ingewijden, de troon in de erker (die niet in het midden stond maar aan de zijkant omdat de vloer zijn gewicht niet zou kunnen dragen!). Ooit was hier gedurende meer dan 50 jaar het bekende restaurant “La Rade” gevestigd dat een hele tijd twee sterren had in de Michelingids. Van heinde en ver kwam men voor het lekkere eten en het merkwaardige decor. Luc wees ons ook nog op de prachtige marmeren tegelvloer in de erker: toen men de toog verwijderde, kwam die te voorschijn onder de betonnen sokkel!
Een deur verder bevindt zich de Japanse kamer, de muren bekleed met leder, het plafond in beschilderd glas, de zuilen rond de deur in uitgewerkt bamboehout speciaal besteld in Japan…
Met trap of lift konden we naar de tweede verdieping met o.m. de slaapkamer van de vroegere eigenaar, sober in vergelijking met de andere vertrekken, maar toch met een paar tafeltjes van onschatbare waarde: met inlegwerk van schildpaddenschild! In de Vlaamse Kamer (met prachtig uitzicht over de Schelde, het Steen en de rede hangen een 25-tal oorlogswerken die de kunstenaar maakte tijdens de Eerste Wereldoorlog, waaronder ook het monumentale “De vluchtelingen”, de grootste oorlogstekening die Van Mieghem ooit maakte. Boven de schouw het opschrift “Senatus Populus Que Antwerpiensis” (S.P.Q.A.): de Senaat en het Volk van Antwerpen (van arrogantie gesproken!). Ook hier kan je weer die sporen van vrijmetselarij ontdekken; het opschrift boven de schouw liegt er trouwens ook niet om: “Kruys buiten huys”!
De kleinere Red Star Line-schatkamer toont unieke memorabilia van de rederij: menukaarten, servies, zilveren tabaksdozen, bestek, vrachtbrieven en een originele dekstoel! Blikvanger is wel de -nog actieve! - His Master’s Voice-platenspeler met originele 78-toerenplaten waarop de passagiers dansten! Toen Luc voorzichtig het ding aan de praat kreeg met een charleston, konden enkelen maar moeilijk de benen in bedwang houden!!!
Een beetje overdonderd door al dit moois trokken we terug naar de benedenverdieping voor het derde luik van ons bezoek: de kennismaking met het werk van Eugeen Van Mieghem.
Er hangen een 200-tal werken in diverse technieken uit het oeuvre van de kunstenaar. Op het eerste gezicht komt de tentoonstelling nogal druk over, maar gids Luc legt op een overzichtelijke manier de chronologie in de hele reeks bloot: beginnend met de jeugdwerken; dan de jaren met zijn jonge vrouw Augustine van wie hij het lijden en sterven pakkend heeft weergegeven in een indrukwekkende reeks tekeningen en pastels; de stille jaren na de dood van zijn vrouw; de jaren van erkenning; de oorlogsjaren waar hij weer van nul moest herbeginnen en de vruchtbare naoorlogse periode toen hij leraar werd aan de Academie. Op het einde van zijn leven - voorvoelde hij wat komen ging want toen al zwaar ziek? - maakte hij nog een reeks pasteltekeningen met de lijdensweg van Christus en een olieverf met diens kruisafname. Deze laatste reeks maakte wel indruk op mij, maar meer nog de manier waarop het ziekteproces van Augustine een neerslag vond in een reeks aangrijpende tekeningen die de kunstenaar in die periode van haar maakte: hij laat haar zien in al haar ellende en eenzaamheid, onverbloemd, realistisch en ontroerend in al zijn eenvoud en eerlijkheid. Een beklijvende reeks!
Ruim twee uur wist Luc ons te boeien met zijn rustige uitleg. Interessant ook? Het boek “Eugeen Van Mieghem 1875-1930” van conservator Erwin Joos ging alleszins vlotjes over de toonbank, en dat had niet in de eerste plaats te maken met de gunstprijs! Hopen wij! ***
Rest ons nog het antwoord op de op het eerste gezicht misschien wat vreemde titelvraag: “Ai Weiwei - Eugeen Van Mieghem: parallel of controverse?”
Beide kunstenaars hanteren het beeld als ultieme expressie van hun gevoelens en ervaringen, de een met zijn alom aanwezig fototoestel, de ander met krijt, potlood of pastel. Link één!
Ai Weiwei kaart in de duizenden foto’s van deze expo zijn problemen met China aan, maar vooral ook het vluchtelingenprobleem “in modern times”, mensen op zoek naar een beter bestaan. Decennia vroeger heeft Van Mieghem het leven van de gewone mens, levend en werkend in een wereldhaven, als geen ander getekend en geschilderd. Maar ook vind je in zijn werk een treffende getuigenis -een ooggetuigenverslag want hij zat er middenin! -van het probleem van de migratie van vluchtelingen en landverhuizers. Link twee!
Beiden brengen aldus de problemen in beeld waarmee zij dagelijks geconfronteerd worden, ieder op zijn eigen manier, met de talenten waarover zij beschikken.
Een nieuwe titel dus: “Ai Weiwei-Eugeen Van Mieghem: een paralellel!”
Pierre
“Alsof ik mezelf en de wereld een -al dan niet gebroken- spiegel voorhoud,” zegt Ai.
Met deze foto’s wilde hij aantonen hoe moeilijk het is voor Chinezen om een visum te bekomen; ze werden gemaakt voor de ambassade in China waar zij hoopten dat visum te krijgen (alweer het migratieprobleem dus!).
Er is een mooie Van Mieghem beeldenwandeling op het Eilandje. Gedurende deze wandeling komt men de 5 levensgrote bronzen beelden tegen die naar het werk van Eugeen Van Mieghem gemaakt werden: “Het Havenmeisje”, “De Landverhuizer”, “Het Havenboefje”, “Augustine Pautre” en “Wiske”. Een paar miniaturen daarvan stonden te koop in het museum.
Arts § Craftsbeweging, kunstvorm uit de tweede helft van de 19de eeuw, familie van de Jugendstil, geïnspireerd op natuurlijke vormen (planten en dieren) en op middeleeuwse en mythologische figuren.
Lincrusta-behang: reliëfbehang bestaande uit een mengsel van papiervlokken, verpulverde kurk, olie en hars
|
|
|