Koperen Passer Tienen

Club V-9

Groep Hof ter Rode



Pierre

 

 

BASTOGNE EN ACHOUFFE: DE KLEINE FINALE!

Verslag Bastogne (18 mei 2018)

Laatste keer op verplaatsing met onze Koperen Passers.
Plaats van afspraak: Carrefour.
Plaats van bestemming: Bastogne War Museum en Brasserie d’ Achouffe.
Bus en16 deelnemers stipt present op het afgesproken uur; alleen onze voorzitter moest met spijt in het hart op het allerlaatste moment de witte vlaghijsen! Volgende keer beter, Jean!

Eerste verrassing: de weergoden bleken goedgemutst, zouden wat aarzelend wakkerworden maar in de loop van de dag ons hun gunsten niet sparen!

Tweede verrassing: aan het stuur van de bus niet onze vertrouwde Gunther, maar een charmante verschijning als “chauffeuse” die zichzelf benoemde als ene Marie-Rose, wat onze altijd alerte Jean C. bij zijn intrede in de bus de laconieke opmerking ontlokte: “Tiens, onze chauffeur heeft wel een opmerkelijke metamorfose ondergaan!” En over zijn goeie smaak valt niet te discussiëren…
Vlotte rit door alsmaar zonniger en dus ook prachtiger wordende omgeving, diep in het Ardense landschap.
Alle voorwaarden zo vervuld om aan onze laatste verplaatsing - en dus de kleine finale!- te beginnen, mét in onze ooghoek reeds een lonk naar de grote finale op 15 juni in Kelsbekerhof!!!

Naarmate de kilometerteller de hoogte inliep en het landschap steeds “ardenser” werd, rijker aan bossen en heuvels die “bergen” werden, sloeg (wat wel eens vaker gebeurt!) mijn verbeelding een beetje op hol! Dit was dus de scène waar het allemaal gebeurde, zoveel decennia geleden, in die helse december-wintermaanden 1945 in en rond Bastogne. Het verhaal van al die verschrikkingen, van wat eraan voorafging en wat erop volgde, lag op ons te wachten in het imposante Bastogne War Museum! Dit gloednieuwe museum (21 maart 2014) met zijn gewaagde architectuur plaatst de oorzaken, gebeurtenissen en gevolgen van de Tweede Wereldoorlog op een hedendaagse en interactieve manier weer in hun context.

***

Eerlijk gezegd, ik voel mij niet bij machte een gedetailleerd relaas te brengen van ons bezoek, daarvoor is dit museum te overweldigend aan informatie, getuigenissen, aangrijpend beeldmateriaal -vaak unieke stukken geschonken door de plaatselijke bevolking-, decors, films…“Dit is,” zoals in een bezoekersflyer met recht en rede wordt vermeld, “een uniek herinneringscentrum … gewijd aan de Tweede Wereldoorlog met een focus op de Slag om de Ardennen.” Ik hield ongemerkt (foei!) enkele van onze leden in het oog bij verlaten van het museum en de meesten zagen er “gepakt” uit, overdonderd (vaak letterlijk ook!) door wat ze hadden beleefd!
Hier gaat dan toch maar een schuchtere poging tot verhaal!

***

Na wat gesukkel met de koptelefoons van de audiogidsen -waren het de hoofden die te groot waren of de telefoons te klein?- maakten we aan de ingang in de buurt van een imposante Shermantank kennis met de vier personages die ons gedurende het bezoek zouden begeleiden: een Amerikaans korporaal van de 101steAirborne-divisie, een Duitse luitenant, een jonge onderwijzeres uit het verzet in Bastenaken en een 13-jarige leerling ook uit Bastenaken.Het verhaal van hun belevenissen loopt als een rode draad door heel het twee uur durende bezoek en brengt de bezoeker nog dichter bij de realiteit van de oorlog. Of zoals Benoît Lutgen, burgemeester van Bastogne in een voorwoord schrijft: “Hun aanwezigheid is zo tastbaar dat je ze bijna zou bedanken aan het eind van het bezoek.”

In de enorme massa aan gegevens, verspreid over het ganse museumparcours, die daarna op ons afkomen, vallen er achteraf drie delen te onderscheiden: vóór de Slag om de Ardennen, de Slag zelf en de wereld na de Slag.


We starten met een beeld van de sfeer in de vooroorlogse jaren, het Interbellum, de tijd van “Nooit meer Oorlog”, het Verdrag van Versailles, de eerste zorgeloze tijd na jaren van ellende, maar ook de grote beurscrash in Wall Street. Die leidt tot een enorme crisis  zonder voorgaande. De wereld zinkt weg in recessie, een optimale voedingsbron voor extremistische standpunten die al snel de wereldvrede bedreigen: Mussolini in Italië, Stalin in de Sovjet-Unie, Hitler in Duitsland…

Een korte, maar indrukwekkende filmvoorstelling in 3-D (brilletje niet vergeten op te zetten!) schetst de omstandigheden van de Tweede Wereldoorlog soms akelig realistisch.

Stevig onder de indruk maken we op het vervolg van het parcours kennis met de situatie in bezet België: Duitse over-reglementering, repressie, rantsoenering, maar ook verzet en collaboratie. Geleidelijk worden we daarna meegenomen naar de langzame vooruitgang van de geallieerde troepen die leidde tot de uiteindelijke bevrijding van de bezette gebieden, België incluis.

Dan volgt de Slag om de Ardennen of het offensief van de laatste kans. In zijn blind fanatisme blijft Hitler geloven in de overwinning. Hij wil Antwerpen heroveren en zo de toevoer naar de geallieerden afsnijden.Hij verzamelt daarvoor belangrijke legereenheden aan de poorten van de Ardennen. De geallieerden schenken daar echter (te) weinig aandacht aan en verwachten geen tegenoffensief in deze  zone. De slag om de Ardennen wordt vaak het Von Rundstedt-offensief genoemd, maar is ook, vooral in de Verenigde Staten, gekend als The Battle of the Bulge. We krijgen zowel het verhaal van de geallieerde en Duitse soldaten aan het front als van de burgers. Twee korte filmvoorstellingen, eentje vanop liggende boomstammen, een andere vanuit een herberg in Bastenaken, brengen meer dan realistische beelden van de gevechten en het leven in de schuilkelders.

Beklijvend is ook het verhaal van de Duitse Skorzeny-manschappen, die minutieus opgeleid als G.I. en ook als dusdanig vermomd paniek en verwarring zaaien achter de Amerikaanse linies! Na de uiteindelijke overwinning van de geallieerden met de gevolgen van de strijd in de verwoeste gebieden en de geleidelijke ineenstorting van de Asmogendheden, gaat onze “tocht” verder door een met grafzerken afgeboorde laan die ons bewust moet maken van de totale waanzin van de oorlog: een kippenvelmoment, huiveringwekkend-indrukwekkend!  

Na ruim twee uur beleven, lezen, luisteren, be- en verwondering, kunnen we, na de Slag om de Ardennen, “Op weg naar een Nieuwe Wereldorde”. De gruwel van de oorlog was na de slag nog niet voorbij: tal van Duitse steden zijn platgelegd door moordende luchtbombardementen, de schande van de concentratiekampen met vooral de discriminatie van de Joden moet nog aan het licht komen, in België wachten repressie, collaboratie en… de Koningskwestie:  de menselijke en materiële balans van de oorlog is vernietigend! Maar aan de nabije en verre einder lonkt een nieuwe wereldorde: de oprichting van de VN, de opkomst van de Europese Unie, maar ook de Koude Oorlog en de afloop ervan, met de ondergang van de Sovjetunie…

***

Normaal eindigt het volledige parcours buiten met een bezoek aan het Mardasson Memoriaal op de heuvel  op een boogscheut van het museum. Duizenden kubieke meter grond en rotsen zijn verplaatst om het te bouwen. Het heeft de vorm van een Amerikaanse ster met vijf punten en is opgedragen aan de duizenden Amerikaanse soldaten die tijdens de slag om de Ardennen werden gedood, gewond of verdwenen. Op de muren van de galerij staat een samenvatting van de geschiedenis van de Slag evenals de namen van de belangrijkste eenheden die aan de actie deelnamen. Op de top van het memoriaal prijken de namen van de vijftig staten in bronzen letters. In de crypte vlakbij kunnen Amerikaanse bezoekers hun doden herdenken aan een joods, katholiek of protestants altaar.
Indrukwekkend is ook het beeld van de schreeuwende adelaar, het embleem van de 101ste Airborne Division. De omgekeerde helm verwijst naar het vele bloed dat vloeide. Een plaatselijke kunstenaar vervaardigde het uit schist, de typische steen van de Ardennen.

Is alles nu verteld? Verre van! Er valt immers nog zoveel meer te zien, te horen en te lezen… De reacties van onze Passers waren haast unaniem: dit is gewoonweg in-druk-wek-kend, vooral, zoals Rik het passend verwoordde,  “omdat voor ons ouderen alles zich afspeelde aan onze voordeur of in onze achtertuin en de jongere generaties door verhalen van hun ouders, door lectuur of andere media toch bij deze oorlog “betrokken” raakten.”

Met al meer dan 450.000 bezoekers sinds de opening van het Bastogne War Museum in 2014, met de helft daarvan uit andere landen: dat zegt toch genoeg?

***

In de ruime cafetaria kregen we een sobere, maar toch lekkere lunch geserveerd, helemaal in de sfeer van het oorlogsgebeuren: verse pompoensoep, weliswaar een beetje te papperig van constitutie vond ik, een Ardense schotel met aardappelsalade en rauwkost en als afsluiter een huisgemaakt stuk taart met koffie. Bier, wijn of water waren er naar keuze. Geen overdreven luxe, dat was het tijdens de oorlog ook niet, en daarbij: het kan niet alle dagen kermis zijn!!!

***

Op dan maar naar ons Marie-Rose die ons naar  het volgende doelwit zou brengen: de Brasserie d’Achouffe in Wibrin-Achouffe.
Als we de toeristische dienst mogen geloven, dan is Achouffe “één van de charmantste dorpjes van de streek, gelegen aan het einde van de Feeënvallei bij de samenvloeiing van de beekjes Martin-Moulin en Chevral, waar af en toe nog een vrolijke bende “nutons” (kabouters) rondloopt!”

We werden daar opgewacht door “fee” Ann Janssens, onze perfect Nederlandstalige gids die ons in de geschiedenis van de brouwerij en de geheimen van het bierbrouwen zou inwijden.

***

We werden eerst binnengeloodst in een kleine zaal voor een inleidende film waarin ons op een prettige manier het ontstaan van de brouwerij uit de doeken werd gedaan door één van de “kabouters”, wiens stem mij verdacht veel leek op die van Warre Borgmans!

Het echte verhaal kregen we na de film van Ann te horen in het “Atelier des Lutins”, een volledig gerenoveerde ruimte waar vroeger de taverne gevestigd was. Eind jaren zeventig besluiten twee schoonbroers, een Vlaming en een Waal, tijdens een zware kroegentocht zelf bier te gaan brouwen. De eerste, overigens mislukte brouwsels, zagen het “levenslicht” in de garage en de keuken van schoonmama. Maar die beschikte op tijd en stond graag zelf ook over haar potten en pannen tot het koppel van een vriendelijke boer gratis een stalletje ter beschikking kreeg. Er werd een “brouwerij” gebouwd uit enkele antieke koperen ketels, een thermometer van een oude stoomlocomotief, een schrootmolen en een kuip van een oude brouwerij, een vijzel uit een koffiebranderij, een vierkant koelschip van een melkerij en een motor uit een ijsroomfabriek. Augustus 1982 zien de eerste 40 l het “levenslicht”. Wanneer onze twee “brouwers” erin slagen een oude boerderij te kopen, begint de gestage groei. Een nieuwe brouwzaal werd in gebruik genomen, weldra uitgebreid met nieuwe roestvrije stalen ketels voor het beslaan van de mout, het filteren en het koken.

Aanvankelijk gebeurde het bottelen en op vaten trekken in Achouffe, maar doordat de brouwerij niet meer kon uitbreiden in het dorp zelf, werd een opslagplaats in Fontenaille een paar kilometer verder aangekocht en uitgebreid. De productie steeg jaar na jaar evenals het aantal werknemers.

De groei van de brouwerij was ook Brouwerij Duvel Moortgat niet ontgaan en  al gauw kwam het tot een overname, met uiteraard ook nieuwe investeringen in kookketels en lagertanks (aan de buitenzijde van het brouwgedeelte staan er thans 4 grote te blinken van elk 1000 hl) en zes grote tankwagens (waarop een beetje raar de naam “Vedett” prijkt!) die tussen Achouffe en de afvullijnen in Fontenaille rijden. De productie haalt thans meer dan honderdduizend liter bier en afgeleide producten, terwijl het personeelsbestand rond de 100 draait. Het kleinste gedeelte van die enorme bierstroom is slechts voor België bestemd, de rest gaat naar het buitenland, vooral Nederland en Frankrijk, maar o.a. ook de VS, Canada, Israël en Zuid-Afrika zijn liefhebbers!

Dan kwam het brouwen zelf aan de beurt met dezelfde ingrediënten als in alle andere brouwerijen: zuiver water, suiker, gist, moutgerst en hop. De resterende bestanddelen en de gebruikte hoeveelheden behoren tot het “beroepsgeheim” en kwamen we dus ook hier niet te weten!!! Het gebruikte water komt van een bron ergens hoog op de Baraque Fraiture, één van de hoogst gelegen bronnen in België; voor de hop komen alleen vrouwelijke bloemen in aanmerking omdat die in tegenstelling tot hun mannelijke collega’s een stof bevatten die het bitterheidsgehalte en de smaak ven het bier beïnvloeden; met gewone gerst kan men geen bier brouwen: die moet eerst gemout worden ; gist zorgt ervoor dat suiker omgezet wordt in alcohol en koolzuurgas .

Ook het brouwproces wist Ann ons zo haarfijn uit de doeken te doen als was zij de brouwer zelf: van de kuip met het moutbeslag naar de filtreerkuip, over de kookkuip naar de gistingskuip waarna het bier op flessen of vaten wordt getrokken waar nog een hergisting wacht. In totaal duurt een brouwproces 2 maanden, maar pas tussen 3 en 6 maanden krijgt het bier zijn optimale smaak.
Toen iemand uit de groep nog wilde weten wat er met het “restafval” gebeurt en daarbij bleek dat dit als veevoeder een tweede leven krijgt, rees toch even de vraag of die koeien daar dan niet dronken van worden! “Stel je maar eens voor,” merkte Jean op, “dat een baby melk van zo’n zatte koe krijgt!” Maar die vrees bleek ongegrond, want het restafval wordt gerecupereerd vóór de gisting gebeurt en er dus nog geen omzetting is van suiker naar alcohol.

Verrassend was ook dat de brouwerij slechts een tiental jaar geleden overschakelde naar flesjes van 33 cl; daarvoor gebruikte men uitsluitend flessen van 75 cl die men tegen een voordelige prijs recupereerde in de champagnestreek van het nabijgelegen Groothertogdom Luxemburg!

Ook de aanwezigheid van de kabouter op het etiket wekte enige verwondering. Achouffe ligt in de Feeënvallei waar heel wat legendes en tradities bestaan en de kabouter staat daar symbool voor. En zo kreeg “Marcel”, het ventje met de blauwe broek, een plaatsje op de etiketten en in de reclamefolders. Later kreeg hij er een broertje bij met een geruit rokje: Mac Chouffe! En nog later zelfs een zusje: Cherry Chouffe! 

Restte ons nog het moment suprême van de namiddag: de degustatie! Daarvoor troonde Ann ons mee naar de Auberge des Lutins, waar we van de 7 soorten bieren die er gebrouwen worden,  drie mochten proberen. De keuzes liepen nogal uiteen, maar Ann serveerde en becommentarieerde alles met de glimlach! En geproefd werd er als volleerde sommeliers… en genoten ook! We kregen ook een prentkaart die we echt konden versturen op kosten van de brouwerij. Hier kwam Yves met het schitterend idee om ook Karel met een kaartje te bedenken! Van de degustatieglaasjes mochten we er elk eentje mee naar huis nemen als aandenken aan een toffe namiddag in het gezelschap van onze kleine vrienden.

***

Toen we naar huis reden, werden we bij het verlaten van het dorp nog uitgewuifd door Marcel en zijn kameraadje McChouffe! Sympathiek toch! En zo kwam een einde aan een dag met misschien wat tegenstrijdige gevoelens, maar waarvan er eentje toch de bovenhand haalde: iedereen content!

***

Saluut en tot op de grote finale!

Pierre


De Slag van de Deuk: een verwijzing naar de deuk die het tegenoffensief van de Duitse troepen op zijn hoogtepunt in de geallieerde linies veroorzaakte.

Bij het mouten worden gerstkorrels bevochtigd waardoor ze gaan kiemen en er zich enzymen ontwikkelen die later tijdens het brouwproces van pas zullen komen. Het kiemingsproces wordt na een tijd gestopt door de korrels op te warmen (te “eesten”) waarna de moutgerst klaar is voor de brouwerij.

La Chouffe maakt zijn eigen gist terwijl een reservestaal voor in geval van nood (brand bvb.) bewaard wordt in de universiteit van Leuven.

Een blonde La Chouffe, de bruine Mc Chouffe, een blonde tripel HoublonChouffe, een bruin winterbier N’IceChouffe, het bruine seizoensbier Chouffe Bok (speciaal voor de Nederlandse markt), het blonde zomerbier Chouffe Soleil en tenslotte de jongste telg: Cherry Chouffe rouge.

 

 

 

Foto