Koperen Passer TienenClub V-9 |
|||||
|
KATELIJNE "GROMT" EN MECHELEN TE WATER!Vrijdag 11 maart 2022 Bijna zouden het er 23 geweest zijn, maar eentje vergat te betalen en de andere vergat te komen! En zo togen 21 opgewekte Passers onder een schuchter lentezonnetje het onbekende tegemoet! *** Het Grom dus[1+5] Wat Danny dus ook nog allemaal wist: begin 21ste eeuw werd in één van de Midzeelhoeves het “Grom”- GROenteMuseum - geopend, een museum dat zowel onroerend materieel als levend erfgoed herbergt, een “bruisend erfgoedcentrum” wordt het wel eens genoemd. Onroerend materieel, van planthout en preipinnen [9] (waarvan niemand in de groep het bestaan afwist!) tot mesthaken en motoculteurs, specifieke trommels[10] voor hetschoonmaken van prei of wortelen… het museum bevat een ruime collectie gereedschap dat over generaties lang nauwelijks van vorm of functie veranderde, een unieke collectie werktuigen die heel specifiek zijn voor de groenteteelt in tuinbouw en serres. Beelden vertellen meer dan woorden, bekijk daarom de fotoreeks van Michel en Marc maar eens op de website! We kropen zelfs onder een gigantische “aardkluit”, ontdekten daar een mol in volle activiteit[12] en allerlei ander onderaards leven[11], stelden verrast vast hoe bijv. het groeiproces van prei, ajuin of aardappelen onder de grond verloopt… We leerden over biologische gewasbestuiving met hommels [17]en stonden te gapen bij de proefserre met kerstomaatjes [13]. Of wat vond je van de vele manieren om toch groenten te kunnen bewaren, de uitvinding van het conservenblik[18+19], de opkomst van koelkast en diepvries of vacuümverpakking… Maar, we moesten ook nog naar buiten had Danny beloofd. Daar werden we al direct geconfronteerd met het Bakhuis, met bakoven, dat eind jaren ‘70 heropgebouwd werd naar het oude model, ver van andere gebouwen omwille van de brandveiligheid. Elk jaar wordt hier van maart tot november iedere eerste zondag van de maand traditioneel brood gebakken. Al van begin 18de eeuw probeerden pachtboeren in opdracht van het Ursulinenklooster van Roosendadel voedsel te kweken op en rond de Midzeelhoeves[22+25]. Klei en leem in de ondergrond - duivelsgrond noemden sommigen het! - maakten dat niet altijd tot een simpele opgave. De beddencultuur, verhoogde aarden ruggen, bedden of gewenten genoemd, zo typisch voor de streek, maakte dat gelukkig wel mogelijk. Later volgden nog de serres en speciale werktuigen aangepast aan de bodem en de teelt (zie museum!). Tussen de twee schuren bevindt zich één van de twee soorten serres op de site die erkend zijn als beschermd monument en zich op een kort bezoekje van onzentwege mocht verheugen: een Mechelse serre[26], ook wel een bloemkoolserre genoemd. Deze serres speelden een absolute toprol in de vollegrond-groenteteelt, vooral die van bloemkolen en tomaten. In een hoekje stonden trouwens al wat verschillende soorten flink uit de kluiten gewassen bloemkoolplantjes te wachten op hun verhuis naar de buitenwereld! De tweede soort is de broeiserre of kweekserre in direct verband met de teelt van tomaten in volle grond. Over de hierbij gevolgde kweekmethode las ik in een artikel: “Het zaad van tomaten vraagt een vrij hoge temperatuur om te kiemen. Vóór er verwarmingsketels bestonden, maakte men een broeilaag waarop de tomaten gezaaid werden. Zo’n broeilaag bestond uit een dikke laag paardenmest met daarop een dun laagje grond. Bij het verteren van de paardenmest kwam warmte vrij die gebruikt werd om zaden te laten kiemen en zaailingen zo groot te laten worden dat ze vervolgens ingepot konden worden. Dat laatste gebeurde dan in de Mechelse serres.” Gebrek aan tijd - Danny’s waterval van feiten, verhalen en weetjes, - zelden te betrappen op een eerlijk ”Dat weet ik niet! “- belette een bezoek aan de vier moestuinen, aangelegd op en verdeeld over één hectare grote oppervlakte met o.a. de Karel de Grote tuin, de 17de-eeuwse tuin, de bekende Mechelse beddentuin (de gewenten) en de hedendaagse siertuin. Hetzelfde lot ondergingen de insectenmuur, de rozentuin, de bijenhal en het weerstation. Meer geluk, maar dan ook slechts voor wat snelle uitleg, hadden de twee 18de-eeuwse Midzeelhoeves, ooit eigendom dus van de abdij van Roosendael. Een paar bijblijvertjes waarop Danny ons attent maakte: de opkamervenstertjes, eentje voor de kamers waar de jonge meisjes sliepen met daarnaast de (geurige!) kaaszolder[23]. Ook het vrij primitieve “toestel” om loopse koeien tot enige toegeeflijkheid aan de “hongerige” stier te bewegen, of juist niet, kreeg de nodige aandacht! Gelukkig konden we daar op de deskundige uitleg van Michel rekenen om enige duidelijkheid te verschaffen over het verloop van de “activiteiten”, tot grote hilariteit van Danny! En dan: “Dag, Danny! Bedankt voor je deskundige en overvloedige uitleg ook met veel empathie gebracht. De interesse van uit de groep loog er niet om!” *** De boot in dan maar, of neen: eerst nog naar “Het Groot Seminarie” in de Varkensstraat in Mechelen[27], niet voor een gewijde intrede, maar voor de keuze van Etienne, hoogst persoonlijk door hem samengesteld en bestaande uit een aperitief (op vrijwillige basis naar keuze kir, cava, fruitsap, wijn of bier), in de voorste gelederen een op goedkeurend gemompel onthaalde Vitello tonnato, op de hielen gezeten door een goed uit de kluiten gewassen gepaneerde tongfilet in het gezelschap van, volgens Rik, een verzorgde en lekkere andijviestoemp met nog zo ’t een en ’t ander, terwijl de gelederen gesloten werden door profiterollekes en koffie. Dat witte en rode wijn naar believen en, bovendien geserveerd door sympathieke niet-nonnekes, ook“gesavoureerd” werden, kon de tevredensheidsgraad alleen maar doen stijgen. Als dan ook nog de jarigen met felicitaties en applaus gekregen hadden waar ze recht op hadden, was alles volbracht waarvoor we gekomen waren en kon Michel ons met de bus richting boot op sturen, waar Walter Smits [31] van de Rederij Malinska[38] nog druk doende was om zijn “schip”, een platbodem wist Etienne, een laatste poetsbeurt te geven. De kennismaking verliep pittig, “oep ze Mèchels” dus! *** De Binnendijle is een zijarm van de Dijle, aan beide zijden afgesloten door een sluis. Naar het schijnt bestaan er plannen om de tocht verder uit te breiden tot aan de Nekker. We vertrekken[51] richting Keerdok en passeren de kleine, maar gezellige jachthaven [42+48] van Mechelen, waar ook enkele prachtig gerestaureerde huizen te bewonderen zijn. Dan varen we onder de Kraanbrug door (bukken geblazen! [43]) die haar naam dankt aan een houten kraan die vroeger in de nabijheid van de brug heeft gestaan. Voorbij de Fonteinbrug tuffen we langsheen de Kruidtuin (door Mechelaars “den Botaniek” genoemd), van oorsprong een landschapstuin door rijke Franstalige burgers aangelegd. Naar verluidt konden gewone burgers de tuin alleen maar bewonderen van achter de hekkens! Later werd het domein omgevormd tot stadstuin, toegankelijk voor iedereen. Dan gaat het langs de steiger aan de Hogeschool Thomas More en onder de spoorwegbruggen die al van eind 1800 de treinen over de Dijle loodsen. Zo komen we aan het natuurgebied de Nekker - Mechels Broek en zien we ook de stroomopwaartse sluis waar we rechtsomkeer maken. En zo bereiken we weer ons vertrekpunt tegenover de Vismarkt[49] waar een oude bekende van vroegere bezoeken aan Mechelen ons opwacht: Ludwig van Beethoven[4+58], of zoals onze gidsen Ferre en Rudi hem destijds doopten: “Lowieke Bietjardin”! (Zie verslag werkjaar 10, november 2019 “Mechelen, Dossinkazerne en plezante wandeling”). *** Twee toch vermeldenswaardige feitjes nog. Eén:de verrassing waarmee Etienne ons tijdens de tocht trakteerde op een “Maneblusser”, een Mechels stadsbier[37] of voor de liefhebbers een glas cava (of twee!); de vrolijkheid aan boord spatte eraf en verraste ook menig voorbijganger op de Dijleboorden[57]! En twee: dat onze pientere “matrozen”dankzij hun scherpzinnige aandacht (!) een brandje ontdekten aan een houten, afgedankte aanlegsteiger; gelukkig konden de pompiers op tijd verwittigd worden, zodat Mechelen van de totale verwoesting gespaard bleef! *** Voilà, einde van de dag, vermoeide benen, maar tevreden gezichten en dus, nadat er nog een afgedwaalde Passer ergens uit een toilet werd opgevist, ontspannen naar huis. Pierre [De nummers in de tekst tussen haakjes verwijzen naar de foto’s van Michel en Marc] |
||||