BRUINKOOL: EEN ANACHRONISME?
Vrijdag 15 april 2022 Leiding Maurice Geysenbergh
Foto's Michel Foulon
Een retorische vraag? Vergeet het maar, na wat Maurice ons op die zonnige lentevrijdag voorschotelde! Indrukwekkend en nog lang niet einde verhaal! Kom maar mee.
***
Nauwelijks had Michel aan de rotonde naar Luik zijn Viooltje met de neus in de juiste richting gemanoeuvreerd, of Maurice, onze-gids-voor-één-dag, zette zijn bril op, greep naar de microfoon en we waren vertrokken voor een onafgebroken stroom aan informatie, slechts af en toe eens onderbroken omdat hij gelukkig ook al eens moest ademhalen, of een zeldzame keer toch eens zijn uitvoerige documentatie moest raadplegen, of grafieken en kaartjes – in kleur nota bene! - moest laten uitdelen. Het was meteen duidelijk: hier werd geen amateurswerk afgeleverd, maar gegidst op hoog niveau, wat mij later op de dag ook door een onafhankelijke bron zoals dat heet, met veel gidservaring, zijnde onze chauffeur, vol bewondering werd bevestigd: “Ge moogt content zijn: dit is nogal wat anders dan wat ik hier van andere gidsen gewoon ben!” Wat wij met graagte en virtueel applaus bevestigen!
***
Vooruit dan maar! In een notendop de informatie die Maurice ons meegaf op weg naar de grote drie: Inden, Hambach en Garzweiler.
Een eerste vaststelling: hoe de energiemarkt afhankelijk is van en gevoelig voor wereldwijde gebeurtenissen op allerlei gebied, gaande van problemen met regionale leveranciers (machtsmisbruik van grootmachten, ruzie tussen landen onderling, interne strubbelingen…), klimaatveranderingen of onvoorziene omstandigheden. Als lokale politici in de lidstaten niet tijdig bij de pinken zijn, geen begrip hebben voor de op handen zijnde problemen op korte of lange termijn, of ieder koppig hun eigen koers blijven varen, is dat om moeilijkheden vragen om de uitdagingen van de energietransitie tijdig met gepaste maatregelen op te vangen.
Tweede vaststelling: terwijl de wereld op dit moment voor meer dan 80 procent op olie, gas en kolen draait, kozen de Chinezen veertig jaar geleden al volop voor hernieuwbare energie en ze zijn er met de jaren alleen maar dominanter op geworden en Europa alleen maar kwetsbaarder, niet alleen door de machtspositie van China, maar ook van andere grootleveranciers als Congo en Turkije.
Derde vaststelling: als het over energiebronnen gaat, denken wij wellicht in de eerste plaats aan elektriciteit, gas en olie. Aan de hand van een kleurenschema en gedegen uitleg verbaasde Maurice ons met de vele andere mogelijkheden gaande van spierkracht van mens en dier, hout (pellets!), turf/veen, bruinkool, steenkool, olie, gas, windenergie, waterkracht, zonne-energie, kernenergie, waterstof tot geothermische energie . Bij elk van die bronnen volgde een korte evaluatie: oorsprong, gebruik, voor- en nadelen en/of toepassingsmogelijkheden. Kortom, wie de moeite wilde doen om er zijn aandacht bij te houden, werd perfect klaargestoomd op wat komen zou, namelijk een intense en beklijvende kennismaking met één van de hierboven opgesomde energiebronnen: bruinkool.
Om het belang van deze laatste aan te tonen, nog even wat cijfermateriaal opgevist uit de lijvige documentatiemap van Maurice: China staat met een opbrengst van 22,73% aan de top van de bruinkoolproductie in de wereld. Samen met de overige toplanden, Indonesië, Duitsland, de Russische Federatie en Turkije, goed voor 62,06 % van de wereldproductie in 2020.
***
Maar niets is des mensen vreemd, ook onze Passers niet, en dus had Maurice, na deze “notendop”, het Aachener Land-Süd uitgekozen om even de benen te strekken, van een koffie te genieten of zich van enige overlast te bevrijden. Wat daarna volgen zou, was al bruinkool wat de klok sloeg. En daarvoor waren wij tenslotte toch gekomen!
***
Vlak over de grens met Duitsland ter hoogte van Limburg ligt in de deelstaat Noordrijn-Westfalen een groot gebied waar zich bruinkool in de bodem bevindt. In de driehoek Aken-Kerpen-Grevenbroich zijn drie grote bruinkoolmijnen actief: Inden, Hambach en Garzweiler. Sinds 1826 wordt hier grootschalig bruinkool in dagbouw afgegraven.
In de Benelux werd het alleen in Nederlands Zuid-Limburg gevonden. De Nederlandse bruinkoolmijnen waren in 1968 allemaal gesloten.
Bruinkool is net als steenkool een fossiele brandstof. Als veen wordt bedekt met aardlagen, begint een proces dat we inkoling noemen. Afzettingen van plantenresten die in het geologisch verleden langdurig aan hoge druk en warmte blootgesteld waren, worden bruinkool genoemd. De transformatie van veen is, naarmate de druk en de temperatuur toeneemt, als volgt: veen - bruinkool - steenkool - antraciet - grafiet. Bij een verdere compressie van grafiet zou dan diamant kunnen ontstaan.
Er zijn twee soorten bruinkool: enerzijds de zachte soort of spriet, d.i. het geologisch minst oude afzettingsmateriaal dat niet-exploiteerbare hoeveelheden en vervuild door andere materialen bevat, en anderzijds het ligniet, de geologisch oudste bruinkool die zuiver genoeg is om exploitatie economisch te verantwoorden.
Duitsland is, in Europa, de grootste bron voor bruinkool en die zal waarschijnlijk nog vele jaren de belangrijkste brandstof voor de opwekking van elektriciteit blijven. Er bevinden zich in dit land economisch winbare voorraden ter grootte van 40 miljard ton, bij een jaarlijks gelijkblijvende productie van zo’n 166 miljoen ton, voldoende voor 240 jaar! Deze bruinkool is te vinden op dieptes van 100 tot 500 meter onder het aardoppervlak en wordt voor 90 % gewonnen in dagbouw. Dagbouw wil zeggen dat vanaf het aardoppervlak de grond in lagen wordt uitgegraven tot aan de bruinkoollagen en dat vervolgens de bruinkool wordt gedolven. Dit is eenvoudiger dan de dieper gelegen schachtbouw bij steenkool. De graafmachines hebben onvoorstelbare afmetingen: ruim 200 meter lang en tot 100 meter hoog!
Uitgraven tot op grote dieptes betekent dat, om de dagbouwgroeves droog te houden, het grondwater voortdurend in grote hoeveelheden weggepompt wordt. Dit zorgt niet alleen voor droge groeves, maar ook voor verdroging van de omliggende landbouw- en natuurgebieden .
Een ander nadeel van de bruinkoolwinning door middel van dagbouw is de permanente beschadiging van het landschap. Hele dorpen worden verhuisd omdat ze op de bruinkoollaag liggen . Pas zeven jaar na het terugstorten van grote hoeveelheden onbruikbaar materiaal, löss en zand en tenslotte ook de vruchtbare teelaarde, is dit gebied weer geschikt voor bos- en landbouw. Toch kan er pas na twintig jaar weer gebouwd worden. De verhuisde bewoners keren dan meestal niet meer terug, omdat ze elders ingeburgerd zijn.
Bruinkool bevat slechts 70 % koolstof en wordt in Duitsland voor het grootste deel gebruikt voor de opwekking van elektriciteit. Uit praktische overwegingen staan de energiecentrales vlak bij de bruinkoolgroeven. Op een lopende band wordt de bruinkool direct van de groeve naar de centrale gevoerd. Voor verwarming van woningen wordt bruinkool afgeraden omwille van het hoge zwavelgehalte (zwaveldioxide) dat tijdens de verbranding vrijkomt en schadelijk is voor de natuur en medeverantwoordelijk voor zure regen. Omdat bruinkool o.a. meer vocht bevat dan steenkool, is de koolstofdioxide-uitstoot fors hoger. Tegenwoordig wordt in moderne bruinkoolcentrales de zwaveluitstoot voor een groot deel weggefilterd, wat bij thuisverbranding niet gebeurt. Volgens recente analyses in 2020 hebben gascentrales echter bruinkool ingehaald om de grootste bron van zwaveluitstoot te worden!
***
En dan volgde de eerste confrontatie met “the real stuff”: bruinkool in INDEN, tot ontgoocheling van iedereen echter … in de mist! Weg zichtbaarheid, weg verrekijkers! Maar Maurice bood dapper weerwerk en vertelde honderduit!
Tagebau Inden in de Duitse gemeente Inden is een bruinkoolmijn van RWE in het Rijnlands bruinkoolgebied. De bruinkool wordt door middel van dagbouw gedolven over een oppervlakte van 4.500 hectaren. Deze bruinkool wordt gebruikt in de nabijgelegen elektriciteitscentrale Weisweiler.
In 1990 is een groot deel van het dorp Inden verdwenen ten behoeve van deze winning. Het dorp zelf is vernoemd naar de rivier Inden, waarvan de bedding over een afstand van 5 kilometer onderbroken werd en in een brede, twaalf kilometer lange boog rond de dagbouwmijn werd geleid. Ook het dorp Altdorf is verdwenen; de bewoners kregen een onderkomen in het nieuwe dorp Inden/Altdorf. De open put heeft twee delen: Inden I en Inden II. Voor zover de mist het toeliet, daagden er toch wat contouren van enorme graafmachines en transportsystemen op. De tot 50 meter dikke kolenlaag ligt ruim 200 meter onder het natuurlijke terrein. De vijf bakwielgraafmachines met een lengte van 220 meter en een maximale hoogte van 70 meter produceren jaarlijks 25 miljoen ton bruinkool en tot 95 miljoen ton overbelasting. Deze laatste wordt gebruikt voor het opvullen en herbebouwen van de uitgegraven gebieden.
Na 2030, als de mijn gesloten wordt, zal uit de open put het meer “Indescher See” ontstaan van ca 1.100 ha en met een diepte van 180 meter. Dit meer zal gevuld worden met water uit de Roer en het vullen zal ongeveer in 2060 voltooid zijn. De lokale bevolking noemt dit met humor de “Indische Oceaan”!
Op 16 juli 2016 is de bruinkoolmijn ondergelopen met water nadat een dijk was doorgebroken. Door de zware regenval sloeg de rivier de Inde door de dijk, net iets te vroeg dus!
***
Even ontstond er lichte paniek toen we voor ons bezoek aan de INDEMANN voor een gesloten poort dreigden te staan, maar een bijdehandse toezichter veegde daar letterlijk en figuurlijk de vloer mee aan!
Indemann is een 36 meter en 192 traptreden hoge spectaculaire uitkijktoren in het plaatsje Inden. Het is een uniek en fascinerend bouwwerk, ontworpen door een Nederlands architectenbureau, en bevindt zich op de Indener Goldsteinkuppe, midden in een gebied waar aan actieve dagbouw-bruinkoolwinning wordt gedaan. Daardoor is het landschap constant onderhevig aan veranderingen, wat aan de uitkijktoren een extra dimensie geeft. Dit opvallende bouwwerk in robotvorm, met de uitgestrekte arm in de richting van het veranderende landschap van de Inden-mijn, wordt ’s avonds verlicht met bijna 41.000 Ledlampen in alle kleuren en biedt dan een adembenemend schouwspel, dat zelfs van op de autobaan tussen Aken en Keulen zichtbaar is. Bij het beklimmen van de 36 m hoge toren kom je via trappen op diverse uitzichtplatforms. Er is ook een lift aanwezig die tot ca 24 m hoogte gaat. Boven word je getrakteerd op een adembenemend panorama over de omgeving… als er geen mist over het landschap hangt tenminste!
Maar op weg naar Forum Terra Nova begon dat landschap zowaar al wat meer van zijn geheimen prijs te geven! Het Forum is een multifunctioneel gebouw gelegen aan de noordkant van de Hambacher open mijn in de buurt van de wijk Berrendorf. Het maakt deel uit van het terra nova project en diende als bezoekersinformatiecentrum. RWE (wie anders!) investeerde zo’n vier miljoen euro aan de bouw van het Forum.
Ons interesseerde echter het “Aussichtspunkt”, één van de vele uitzichtpunten rondom de enorme bruinkoolmijn van het energiebedrijf RWE in Duitsland: de TAGEBAU HAMBACH.
Hambach is de diepste bruinkoolmijn van RWE; de bruinkool wordt er door middel van dagbouw gedolven.
In 1978 werd begonnen met de voorbereidingen; daarvoor moesten enkele dorpen verdwijnen en een groot bos gekapt worden. Uiteindelijk kon in 1984 met de dagbouw begonnen worden. In 2007 had de bruinkoolmijn een omvang van 3.389 ha, maar dat kan nog groeien tot 8.500 ha. Elk jaar wordt 40 miljoen ton bruinkool gedolven, terwijl de geschatte hoeveelheid bruinkool 1.772 miljoen ton bedraagt. Tagebau Hambach is het laagste bovengrondse punt van Europa en één van de laagste op aarde: 299 meter onder NAP , oftewel 405 meter (of zowat de lengte van vier voetbalvelden)onder het oorspronkelijk oppervlak!
De afgegraven grond van Hambach wordt gestort in de uitgeputte bruinkoolmijn in Bergheim. Hambach zelf wordt gereedgemaakt om later als meer in het landschap te liggen. Dat moet een oppervlakte van 4.200 ha krijgen en zal dan qua volume het grootste meer van Duitsland worden. Hoe dit er waterhuishoudkundig uit moet gaan zien, is nog onderwerp van discussie.
Om verschillende redenen (aantasting van het landschap, hoge kooldioxide-uitstoot, de algemene klimaatdiscussie) ontstonden grootscheepse protestacties (o.m. door in boomhutten te bivakkeren!), vooral toen ook nog een 500 ha groot bosgebied voor de bruinkoolwinning zou moeten wijken. Uiteindelijk besliste een gerechtelijke uitspraak dat de boskap voorlopig niet mocht doorgaan.
***
Bij al dat bruinkoolgeweld, duizelingwekkende productiecijfers, reusachtige oppervlaktes van ontginningsgebieden, indrukwekkende graafmachines, putten en meren, zou een mens haast vergeten dat Maurice voor ons ook nog een heus kasteel gereserveerd had, althans de brasserie in Schloss Paffendorf, een prachtige waterburcht van middeleeuwse komaf onder de Paffendorf dynastie en nu in handen van het RWE-imperium, of wat had je gedacht!
Bij het aperitief waren er geen aprilse jarigen beschikbaar om hun felicitaties in ontvangst te nemen, maar kon wel nog eens teruggedacht worden aan Herman Goossens die deze maand 73 zou zijn geworden. Van deze aperotime werd ook gebruik gemaakt om met een welgemeend applaus en een kleine attentie dank je te zeggen tegen Maurice voor het enorme werk vóór en ook nog tijdens deze uitstap. En persoonlijk wil ik daar nog een schouderklopje bijdoen voor het gebruik van zijn uitgebreide documentatie bij het opstellen van dit verslag. Zonder zou het mij nooit gelukt zijn!
Aan de schnitzel in het gezelschap van een frisse salade en frietjes hadden de meesten heel wat werk om handen! Het dessert -een smeuïge chocolademousse- en de koffie konden er nog maar met moeite bij!
Toen bij het vertrek iedereen nog eens op de groepsfoto wilde, troonde Maurice ons mee naar het prachtige park, 7,5 ha groot, met uitgestrekte wateroppervlakken en aan de ingang, als overblijfsel van de vroegere oerflora, twee 15 miljoen jaar oude sequoia’s. Hun hoge natuurlijke gehalte aan looizuur voorkwam de ontbinding gedurende miljoenen jaren. Indrukwekkend, zoals al wat we tot nu al beleefd hadden en waaraan nog geen einde was gekomen, want ook Tagebau Garzweiler, de grootste van allemaal, lag nog op onze komst te wachten! En ondertussen was warempel de zon van de partij!
***
De naam van de bruinkoolmijn GARZWEILER verwijst naar het gelijknamige dorp in de gemeente Jüchen, dat door de winning van bruinkool verdwenen is. De groeve bestaat uit twee delen: Garzweiler I, ondertussen al “uitgeput”, en Garzweiler II, beide gescheiden door de autobaan A44 waarvan bij de start van Garzweiler II een gedeelte moest worden afgebroken. Op termijn zal ook een deel van de A61 moeten wijken. G II bevat 1,3 miljard ton bruinkool, is 66 km2 groot, maar door succesvol gevoerde protesten verkleind naar 48 km2. De exploitatie is gestart in 2006 en zal naar verwachting tot 2045 duren. Hiervoor zullen er twaalf dorpen met 7600 inwoners verdwijnen.
In de nabijheid van de bruinkoolwinningsplaatsen staan 3 elektriciteitscentrales die bruinkool als brandstof gebruiken.
De ontginning van de bruinkool gebeurt met graafwielbaggers. Zo’n machine heeft een lange arm met daaraan een draaiend wiel met tanden dat de grond afgraaft. Die wordt vervolgens via een lopende band afgevoerd om bewerkt te worden. Alleen in de allergrootste mijnen worden graafwielbaggers ingezet. De grootste ter wereld staan hier in de bruinkoolmijnen van RWE. Ze hebben een maximale graafcapaciteit per etmaal van 240.000 ton bruinkool! De grootste is met 106 m hoogte de grootste landmachine ter wereld.
In de nota’s van Maurice lezen we: “Om zo’n graafwielbagger te verplaatsen, moet alles wijken. Snelwegen worden meestal volgestort met een meters dikke zandlaag om ze niet te beschadigen. De druk van de rupsband op een flexibele ondergrond is overigens niet hoger dan de wieldruk van een auto of vrachtwagen. Zo werd bijv. Bagger 288 (= identificatienummer van de machine) verplaatst. Hij werkte tot 2001 in Hambach, maar is toen als reusachtig rupsvoertuig naar Garzweiler gereden, een afstand van 22 km door het landschap, dwars over enkele wegen, een spoorlijn en een rivier.” Een spektakelrijk gebeuren!
Na de voltooiing van de bruinkoolwinning zal het achtergebleven gat gevuld worden met water, waardoor een meer van 23 km2 grootte moet ontstaan.
Om van heel dit schouwspel nog beter te kunnen genieten, trokken we dan naar de vlakbij gelegen Skywalk Tagebau Garzweiler, een uitkijkplatform dat tot 14 meter ver voorbij de rand van de groeve reikt!
Een spectaculair uitzicht over de uitgestrektheid van de dagbouwmijn valt er ons ten deel. Het perron eindigt op een kleine rotonde met een adembenemend panoramisch inzicht in de omvang van het groevegebied en de enorme machines die daar werken. Schommelen is hier verboden en mensen met hoogtevrees houden best de reling binnen handbereik!
***
En zo eindigde daar, hoog op de skywalk een spectaculair verhaal, op niet te evenaren wijze in beeld gebracht door onze gids en clubgenoot.
Misschien vonden jullie dit verslag (een beetje) saai, dat mag, “I did it my way”, maar de werkelijkheid was dat helemààl niet! Zelfs de mistige ochtendstart hield beloftes in, van hernieuwbare kennismaking met wat zich toen nog achter schimmige contouren van gravers en baggers verborgen hield, van toen nog oneindige einders en oppervlakten zonder grenzen, van het toen nog mysterieuze doffe gegrom van de zwaar getormenteerde aarde daar duizelingwekkend beneden… Het was niet saai en dat werd het ook niet. Met herhaalde dank aan Maurice, om te mogen genieten van zijn onverwoestbaar enthousiasme en te profiteren van zijn uitgebreide kennis en zijn ongeëvenaard organisatietalent. Bedankt dus en misschien tot….
***
Ik durf hier tot slot ook nog eens de woorden herhalen waarmee hij ons al in 2020 overtuigde, nog vóór het begin van coronatijden,toen deze uitstap al op ons programma stond:
“De economische betekenis van de bruinkoolwinning is voor Duitsland nog altijd zó belangrijk dat, ondanks de vervuiling die ermee samenhangt, er de komende decennia nog geen sprake kan zijn om de activiteiten stop te zetten.”
En wij mochten dat, waarschijnlijk “for once in a lifetime”, allemaal mee ervaren! Met daarbij nog eens mijn persoonlijke dank voor het gebruik van zijn uitgebreide documentatie.
***
Maar nu eerst Yerseke!
Tot dan!
Pierre
Noten
Warmte-energie die zich onder het aardoppervlak bevindt
Toch wordt er in Duitsland ook hard gewerkt om oude fossiele brandstoffen te vervangen door groene energie. Er komen steeds meer windmolenparken en het is bijvoorbeeld voor boeren interessanter om zonnepanelen op de stallen te hebben dan koeien in de stallen. (“De Geobronnen” 30 september 2021, “Bruinkoolwinning in Duitsland”)
Ook van de “Energiewende” om versneld uit de kernenergie te stappen (2022 was de vooropgestelde datum) en in te zetten op hernieuwbare energie werd veel verwacht, maar hier is de balans niet echt positief.
Effecten van die grootschalige verlaging van de grondwaterspiegel zijn tot in Nederland en ook in ons land merkbaar.
In Duitsland is de onteigeningswet heel flexibel als het gaat om delven van brandstoffen. Ze werd nog door het naziregime uitgevaardigd in 1937. De beleidsmakers van de laatste decennia, waaronder een rood-groen bestuur, hebben de wet nooit in twijfel durven trekken: de economische belangen waren te groot!
RWE: tot 1990 Rheinisch-Westfälisches Elektrizitätswerk, is van oorsprong een Duits energiebedrijf met hoofdvestiging in Essen; tweede grootste op de Duitse energiemarkt; actief in kernenergie, bruinkool, steenkool, gas, afvalverbranding en infrastructuur voor gas en elektriciteit. Wil in Dilsen Stokkem een batterijpark bouwen van 200 megawatt nadat de oorspronkelijke bouw van een gascentrale geweigerd werd.
NAP: afkorting van Normaal Amsterdams Peil, het referentieniveau voor hoogte in Nederland. In België is TAW het gebruikte Oostends peil dat 2,33 meter lager ligt dan het NAP (info mij bezorgd door Maurice).
Het Bodenmeer is weliswaar groter, maar maakt naast Duitsland ook deel uit van Oostenrijk en Zwitserland.
|